Arthur Rimbaud 6

Laatste brieven van Arthur Rimbaud (1854-1891)

 

Arthur Rimbaud. Correspondenties Marseille, 6.Laatste brieven van  Rimbaud. Franse literaire teksten Vertalingen Vivienne Stringa.

 

Marseille, 24 juni 1891.

Lieve zuster,

Ik heb net je brief van 21 juni ontvangen. Ik heb je gisteren geschreven. Ik heb niets van je ontvangen op 10 juni, noch een brief van jou, noch een uit Harar. Ik heb alleen maar de twee brieven van 14 juni gekregen. Ik ben benieuwd waar die brief van de 10e is gebleven. Wat voor een afgrijselijk iets vertel je me nu?
Wat is dit nu weer voor een verhaal over mijn militaire dienst?
Vanaf dat ik 26 ben heb ik jullie toch vanuit Aden een certificaat gestuurd waarin het bewijs staat dat ik werkzaam was in een Frans bedrijf, dat geldt als ontheffing, en ook vroeg ik het telkens aan moeder, en zij zei dat alles geregeld was, dat ik nergens bang voor hoefde te zijn. Nog geen vier maanden geleden vroeg ik je nog in een van mijn brieven of er nog dingen waren die ik moest regelen hieromtrent, omdat ik zin had om weer terug te keren naar Frankrijk.
En toen kreeg ik geen antwoord. Dus ik dacht dat alles in orde was en goed was geregeld door jullie. En nu krijg ik te horen van jullie dat ik genoteerd sta als deserteur, dat ze achter me aanzitten, etc. etc..
Ga daarover alleen informeren als je zeker weet dat het niet de aandacht naar me toetrekt. Wat mij aangaat is er geen gevaar, in deze omstandigheden, dat ik terugkom.
Gevangenis na alles wat ik heb moeten lijden de laatste tijd? Dan maar liever dood! Ja, al heel lang trouwens, zou de dood beter zijn geweest! Wat kan een invalide man in de wereld? En dan nu ook nog definitief geëxpatrieerd worden! Want ik kom zeker niet terug met dit soort gedoe, het is al heel wat als ik hier weg kan over water of land en het buitenland bereik.

Vandaag heb ik geprobeerd te lopen met de krukken maar ik kon maar enkele passen doen. Mijn been is erg hoog afgezet en ik kan mijn evenwicht maar moeilijk bewaren. Ik zal pas rust hebben als ik een kunstbeen aanmag; maar de amputatie veroorzaakt zenuwpijnen in de rest van mijn been en het is onmogelijk om een mechanisch been te plaatsen als die pijnen nog niet helemaal over zijn, en er zijn geamputeerden bij wie dat vier, zes of zelfs twaalf maanden duurt! Men zegt dat het altijd meer dan twee maanden duurt.
Als het bij mij maar twee maanden zou duren, dan zou ik heel gelukkig zijn! Dan zou ik die tijd in het ziekenhuis verblijven en ik zou het geluk hebben om dan met twee benen het ziekenhuis uit te gaan. Voor wat betreft het eruit gaan met twee krukken, ik zou niet weten waar dat goed voor is. Je kunt trap op noch af, dat is heel erg.
Je kunt zeer makkelijk omvallen en nog manker worden. Ik had gedacht om een paar maanden bij jullie te komen, ondertussen aansterkend om het kunstbeen te verdragen; maar ik zie nu dat het onmogelijk is.

Welnu, ik leg me maar neer bij mijn lot. Ik zal sterven daar waar het lot me heen werpt. Ik hoop dat ik terugkan naar waar ik eerst was, ik heb er vrienden die ik al tien jaar ken, die medelijden met me zullen hebben, ik kan werk vinden bij hen, en ik kan dan leven zoals het gaat. Ik zal daar altijd blijven leven terwijl ik in Frankrijk geen vrienden noch kennissen, niemand heb.
En als ik jullie niet kan zien, dan ga ik daar weer heen. Ik moet er hoe dan ook naartoe.

Als jullie informatie gaan inwinnen over mij, laat hen dan nooit weten waar ik ben. Ik vrees zelfs dat men mijn adres bij de post ophaalt. Ga me niet verraden.

Alle goeds.

Rimbaud.