Vertalingen Honoré de Balzac. Brief van “ De vreemdelinge ”

   

Brief van “ De vreemdelinge ” aan Honoré de Balzac

   

In de herfst van 1831 stuurt een mysterieuze lezeres (gravin Eweline Hanskà) een anonieme brief aan Honoré de Balzac. Hij ontvangt de brief in februari 1832, en onderaan is de brief gesigneerd met “L'étrangère” (de Vreemdelinge). Dan zet Balzac een advertentie in de krant om haar uit te nodigen om opnieuw te schrijven: zo ontstaat een correspondentie die meer dan zestien jaar zal duren, en uiteindelijk zal uitmonden in hun huwelijk.

  

Mijnheer,

Als vreemdelinge is het niet verbazend indien ik uitdrukkingen gebruik die u weinig Frans zouden lijken, maar ik moet u schrijven, ik moet echt enthousiast mijn diepe emoties weergeven waar ik zo vatbaar voor ben en die ik door uw werk moet doorstaan. Mijnheer, uw ziel is eeuwenoud. Haar filosofische manier van denken lijkt te behoren tot een lange studie en lijkt verteerd door de tijd; toch bent u nog jong, zegt men; ik zou u willen leren kennen, en tegelijkertijd geloof ik ook dat ik dat niet nodig heb: een instinct uit mijn ziel vertelt me dat ik uw wezen aanvoel; ik stel me u voor op mijn manier, en dan zou ik zeggen Dat is hem, als ik u zou zien.

Aan uw uiterlijk zal men niet kunnen zien dat u een vurig voorstellingsvermogen heeft; men moet dat bij u eerst in beweging brengen, het heilige vuur van uw genie moet gewekt worden, dan laat het u er pas uit zien zoals u echt bent, en u bent wat ik voel: een superieur man door zijn grote kennis van de harten van mensen.

Bij het lezen van uw werk bibberde mijn hart; u zet de vrouw op haar juiste waardigheid; de liefde bij de vrouw is een hemelse deugd, een goddelijke uitdrukking; ik bewonder in u die prachtige zielsgevoeligheid waarmee u dat heeft kunnen doorgronden. U zult vast liefhebben en u bent dat ook vast; het verenigen van engelen zal vast uw deel zijn: uw zielen hebben onbekende zegeningen; L'Étrangère houdt van beiden, en wil uw vriendin zijn; zij wist ooit ook lief te hebben, maar dat was alles. O! U zult me vast begrijpen! ... Uw carrière schittert, bezaaid met suave en gezalfde bloemen; u bent vast gelukkig en zult dat altijd zijn. Toen ik uw werk las, identificeerde ik me met u, met uw genie; uw ziel leek me verlicht, ik volgde u stap voor stap, trots op de lof die men u gaf, of vervuld van tranen wanneer de bittere kritiek giftige gal op uw spuwde. Sommige leken mij echter wel terecht, en ondanks mijn voorliefde voor u, trilde ik... Ik zou u volledig oprecht de genegenheid die ik voor u heb willen tonen, door u de naakte waarheid te vertellen: de Waarheid ja, maar zal u die wel willen horen van een onbekende? Maar een onbekende die wel van u houdt, het u vertelt, en het u kan vertellen.

Uw genie komt op mij over als subliem, maar die moet goddelijk worden; en alleen de waarheid kan u daarheen leiden ; ik zie u met mijn ziel, en ik voel u ook zo aan, dat is mijn enige talent! Dat is in staat tot alles, puur, kolossaal, van goddelijke bron, van heilige waaarheid ; ik zou u ermee willen omringen, en dat u zonder falen mocht leven, te midden van allen die uw persoon, uw talent, uw genie omringen. Voor u ben ik l'Étrangère, en dat zal ik mijn hele leven blijven ; u zult mij nooit kennen .... Wat mij betreft, ik denk dat ik uw ziel kan aanvoelen met al haar hemelse uitdrukkingen, die u zonder het te weten laat doorschijnen in uw werk. U weet wat liefde is, en u beschrijft deze met een engelenziel. O, als u het heilige enthousiasme dat u in beweging brengt goed bestudeert, dan zult u pagina's kunnen creëren die aan het nageslacht zullen worden doorgegeven en die een groot licht zullen laten schijnen op de mogelijkheid dat de mens eens het echte geluk zal kennen.

Ik zou graag af en toe eens willen schrijven, mijn gedachten met u willen delen, mijn ideeën; zie mij niet als een fanaat, overenthousiast met een geagiteerde geestdrift; nee, ik ben eenvoudig en echt, maar wel verlegen en bang ; ik kom zo weinig buiten, dat men mij amper opmerkt; ik heb alleen maar kracht, energie en moed voor datgene dat voor mij goed lijkt te passen bij het gevoel dat mij doet leven, de Liefde! Ik heb weten lief te hebben, en ik heb nog steeds lief; niemand kon het vuur dat ik in mijn ziel had begrijpen, het vuur dat mijn hele wezen verbrandde; maar u zult mij wel begrijpen. U zult net als ik voelen dat ik maar één keer zou liefhebben, en als ik niet begrepen werd, dan maar vegeteren en dan sterven... Ik heb mijn hart, mijn ziel gegeven, en toch ben ik alleen! ...

Mijn leven is één grote pijnlijke droom geweest van bedrogen hoop, en toch zou ik de herinnering aan een dergelijke liefde niet willen verliezen! Het is een fantasmagorisch idee van een eeuwige macht die alles kan, alles bevrucht, alles gelooft, alles verlevendigt; het is meer dan ik kan beschrijven, het is God dromen, Hem begrijpen.

Uw werk heeft mij doordrongen met een diep enthousiasme: u bent een verlichtende meteoor die beweging en leven geeft aan een nieuwe richting, maar kijk uit voor de struikelblokken... Zij omringen u, dat voel ik! ... Ik heb talent noch genie, maar wel een diep gevoel van waarheid dat me beweegt; ik heb de wens om een engel van het licht te zijn, en u te behoeden voor elke fout; het vuur van uw intelligentie beroert mij; ik kan het niet beschrijven, en het ook niet uitbeelden zoals u dat kunt met brandende schetsen, maar mijn wezen ademt het, en ik zou u graag zien aankomen aan het einde van uw carrière zonder blaam en smet met uitdrukkingen voor mij die dichter bij God staan dan bij de mensen.

U heeft heel mijn ziel en wezen in een paar woorden; ik bewonder uw talent, en ik bewijs u de eer aan uw ziel; ik zou zo graag uw zuster willen zijn... Mijn oordeel over u zou u uw fouten kunnen tonen, maar nooit onwaarheden of leugens; ik ben een en al ziel, en heb maar één deugd: houden van, en dat zal ik voor eeuwig blijven doen...

Hoe vaak heb ik niet gewenst dicht bij u te staan terwijl die diepe gedachten die u zo goed kunt verwoorden u bezig hielden ; alleen, in stilte, met uw eigen macht ; alleen, met uw briljante verbeeldingskracht; u kunt elke gedachte tellen als een wonder van een geestelijke kracht, u bent in staat bovennatuurlijk te voorspellen maar dat ons toch zo realistisch laat voelen dat de mens alles aankan, alles kan doorgronden.

Iedere nacht broedend op een nieuw idee terwijl alles om u heen in slaap is, waakt uw genie, om ons die overvloedigheid van kracht, harmonie en Liefde te geven. Zo zie ik u, op duizenden kilometers van u verwijderd; ik denk dat ik van uw leven leef, van uw gedachten, maar die kan ik alleen maar voelen, en niet beschrijven. Ik zou graag met u praten over uw boeken; in verrukking komen met u, alleen met u, met mijn enthousiasme of mijn kritiek. Met u alleen, en voor u alleen, uw gerechtigheid zijn, uw moraal; uw geweten.

Een eeuwige waarheid verlevendigt mij, ik voel het; zij zet mij in vuur en vlam, u bent de enige die dat kan begrijpen en die haar pure, heilige liefdesgeklop kan beschrijven, waardoor ik liefheb om te leven, en leef om lief te hebben, en die mij, met een kalm en berustend enthousiasme, een toekomst kan laten beleven die ik voel aankomen; dat zal dan het geluk en de vreugde zijn voor de mens die dat elektrische vonkje kan ontvangen ; dat lijkt mij de eeuwige waarheid ; en door liefde, waarheid en natuur met elkaar te verbinden, de mens zijn eigen bestaansharmonie te onthullen, en hem te zeggen: Dit ben jij, zie wat je moet zijn!

Één woord van u, in de krant La Quotidienne, zal mij de zekerheid geven dat u mijn brief ontvangen heeft, en dat ik zonder vrees mag blijven schrijven. Teken het met : À L'E - h.B.

De Vreemdelinge