Correspondentie Charles Baudelaire, zijn jeugd. 9 januari 1832

Charles Baudelaire
Zijn jeugd


Correspondentie Charles Baudelaire, zijn jeugd. 9 januari 1832 vertalingen Vivienne Stringa
 Zoom 
 Pablo Picasso 1881-1973

“Ik denk dat ik terug ben met wijsheid op zak” C.B

Chronologie

Charles Baudelaire wordt geboren op 9 april 1821 in Parijs, in de Rue de Hautefeuille.
In 1827 overlijdt zijn vader François Baudelaire op 68-jarige leeftijd.
Hij wordt begraven op het kerkhof van Montparnasse.
Zijn weduwe gaat eerst wonen op de place Saint-André-des-Arts, en daarna in een klein huisje in de rue du Bac, met haar zoon Charles.

In 1828 vraagt generaal Aupick toestemming aan de minister van Oorlog om te huwen met de weduwe van François Baudelaire en na familieberaad wordt Aupick benoemd tot mede-voogd van Charles.
Aupick trouwt met de moeder van Charles in november van dat jaar.

In januari 1832 wordt Charles op de kostschool Collège Royal geplaatst in Lyon.
In augustus 1839 haalt hij zijn eindexamen en in november gaat hij rechten studeren in Parijs.

In 1841 ziet Aupick het losbandige leven van zijn stiefzoon en vindt het tijd om in te grijpen.
Hij organiseert een familieberaad waarin hij het voor elkaar krijgt dat Baudelaire maar uit Parijs weg moet en op reis gestuurd moet worden.

Op 9 juni wordt hij in Bordeaux op de boot Paquebot-des-Mers-du-Sud gezet naar Calcutta, met kapitein Saliz.
Op 1 september moet de Paquebot-des-Mers-du-Sud na een hevige storm voor reparatie voor anker gaan in Port-Louis op het eiland Mauritius.
Baudelaire wordt daar opgevangen door het echtpaar Autard de Bragard.
In oktober schrijft Baudelaire onder de hoede… van mijnheer Autard de Bragart een sonnet voor zijn vrouw:

  Aan een creoolse dame

In het land vol geuren dat de zon streelt,
Heb ik gekend, onder een luifel van geheel karmijnrode bomen
En palmen waaruit op de ogen de luiheid regent,
Een creoolse dame met genegeerde charmes.
Haar huidskleur is bleek en warm; de bruine tovenares
Heeft in haar hals nobel gemanierde tekenen;
Groot en slank lopend als een jaagster
Haar glimlach is rustig en haar ogen gerust
Als u gaat, Mevrouw, naar het echte land van glorie,
Op de oevers van de Seine of van de groene Loire,
Mooi waardig om de antieke huizen te versieren,
Dan zult u, in de schaduw van de schaduwrijke retraites,
Duizend sonnetten laten ontspruiten in de harten van de dichters,
Die door uw grote ogen nog meer onderworpen zouden geraken dan uw zwarten.

Maar op 18 september verlaat hij Mauritius en de volgende dag lukt het hem om aan te komen op Saint-Denis-de-la-Réunion, op het eiland Bourbon.
Hij weigert de reis voort te zetten en op 19 september vertrekt kapitein Saliz naar Calcutta zonder Charles.

Op 14 oktober 1841 schrijft kapitein Saliz naar generaal Aupick.
Hierin staat dat, hoewel Aupick Baudelaire in samenspraak met madame Aupick naar Calcutta had gestuurd, de jongen zich tijdens de lange reis zo verveelde, en dat hij daarom met de goedkeuring van kapitein Saliz had besloten zijn reis naar het Bourboneiland te onderbreken. Brief van kapitein Saliz aan Aupick

In Saint-Denis neemt hij de boot om weer terug naar Frankrijk te keren.
Deze brief toont hoe geïsoleerd Baudelaire zich voelde aan boord van de Paquebot-des-Mers-du-Sud, omdat zijn leven op het schip:

“een schril contrast vormt met het leven dat deze
jongeman tot dan toe had geleefd.”

Hij had de heer en mevrouw Autard de Bragard leren kennen maar:

“Niets in een land of een maatschappij die geheel nieuw zijn voor
hem kon zijn aandacht trekken, noch het gemak van observatie
uitlokken, dat hij nochtans bezit.”

Begin november stapt Baudelaire op l'Alcide om naar Frankrijk terug te keren.
Op 15 februari 1842 stapt hij uit in Bordeaux:

Ik denk dat ik terug ben met wijsheid op zak

Hij komt snel in Parijs aan.
Op 14 april wordt hij meerderjarig en doet een aanvraag om het geld dat hij van zijn vader heeft geërfd in zijn bezit te krijgen.
Het gaat om een bedrag van 100.000 gouden frank.
Hij woont dan al zelfstandig op de Quai de Béthume op het île Saint-Louis.
In augustus van dat jaar komt kapitein Saliz aan in Bordeaux op de Alcide.
Baudelaire heeft zijn reis dus met zes maanden verkort.

Correspondentie Charles Baudelaire, zijn jeugd. 9 januari 1832 Brief van kapitein Saliz aan Aupick. Mauritz Frederik de Haas. 1832-1895. vertalingen Vivienne Stringa
Zoom Mauritz Frederik de Haas. 1832-1895

Aan Alphonse Baudelaire 1 
Parijs, 9 januari 1832.

11 jaar oud

Beste broer,
 

    Aangezien je me had gezegd dat je voor ons vertrek nog bij ons langs wilde komen, heb ik mama gevraagd op welke dag we weggaan: ze weet het nog niet, maar ze zei dat het misschien vrijdag werd.
In ieder geval zal het niet later zijn, en dus kun je, denk ik, dinsdag of woensdag komen.
Vergeet je niet de groeten aan Théodore te doen van mij.
Ik omhels je evenals mijn zuster.
Adieu. Ik sluit mijn brief af.

     Je kleine broer.

Ch. Baudelaire.

   De originele brief

1  Alphonse Baudelaire, de halfbroer van Charles, was een zoon uit een eerder huwelijk van zijn vader.