Correspondentie Baudelaire: België. Aan Narcisse Ancelle. Honfleur, zaterdag 8 juli 1865

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Félicien Rops.Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom Félicien Rops, 1833-1898 Belgisch kunstschilder.

AAN NARCISSE ANCELLE
Honfleur, zaterdag 8 juli 1865.

 

Beste Ancelle,

    Ik had me ernstig voorgenomen om niets aan mijn moeder te vertellen. Maar, omdat ze zo gewend is om me altijd in crisissituaties te zien, heeft ze me overladen met vragen.
En ik weet niet hoe het zo gekomen is dat ik haar datgene verteld heb wat me zo irriteert.
Ik heb haar niets gevraagd.
Zij heeft uit zichzelf spontaan tegen me gezegd:
« Je moet daar uitkomen , en omdat 2000 frank genoeg is om je je vrijheid terug te geven, en 5000 betalen, zal ik je die geven. Later betaal jij die resterende 3000 frank maar terug, als je kunt, en wanneer je geweten je dat beveelt. »

    Eigenlijk is dat geweldig. Bevrijd van de kant van Malassis, zal het geld dat van Julien Lemer komt me helpen om me van België te verlossen. En als ik dan terugkeer naar Frankrijk, blijft er nog iets over ook.

    Maar (!), vandaag is het al de achtste! En morgen de 9e, en de laatst gestelde termijn is de 10e!
Ik heb net naar Malassis geschreven om hem te smeken om nog twee of drie dagen te wachten want ik neem aan dat u geen geld heeft.
Maar zal hij wel wachten? - U moet wel weten dat ik de man ken die hem heeft aangeboden die schuldvordering van 2000 frank te betalen.
Het is een gemeen mens, een soort Auvergnaat in de literatuurhandel, en hij is onlangs naar Brussel gekomen en hij heeft me lopen kwellen om een boek voor hem te schrijven.
Ik heb hem wreed geweigerd, en hij zei toen tegen me (lachend, zoals dat soort mensen altijd lacht) dat hij me daar ooit op een dag toe zou kunnen dwingen.
Ik heb het niet goed begrepen.
Maar nu begrijp ik dat hij kennis had van de geheime transactie die ik u heb gegeven, en van de geldproblemen van Malassis.

   Ja, mijn waarde, er zijn lange straffen voor jeugdzonden.
  Als ik ooit uit al deze problemen kom, dan neem ik me voor om niets meer te lenen van wie dan ook. Maar kom ik hier ooit uit?

    Volgende kwestie! Ik moet die 2000 frank aan mijn moeder teruggeven, en ik kan dat alleen maar doen met voorschotten, en pas vanaf het eind van dit jaar.

    Voor die resterende 3000 frank van de schuldeis van Malassis, echt hoor, die zal ik ook terugbetalen, maar in delen, en op mijn gemak, want ik zal dat verschrikkelijke zwaard niet meer boven mijn hoofd hebben hangen.

    Ik ben vol ongeduld om mijnheer Lemer weer terug te zien,en ik wil weten wat hij doet.
Wanneer ik er aan denk dat een moment van waanzin van Malassis of gewoon een geldgebrek van hem al die moeite van Lemer overbodig kan maken, en dan al dat geld in de handen van een schurk kan laten komen!

Uw toegewijde,       C.B.

Aangezien ik zondagavond aankom, zal ik nog niets weten omtrent mijnheer Julien Lemer.

  Inhoudsopgave     Volgende brief