Correspondentie Baudelaire: België. Aan madame Aupick. Brussel, 26 juli 1865.

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Jacob Grimmer.Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom Jacob Grimmer, 1525-1590. Belgisch kunstschilder.

AAN MADAME AUPICK
Brussel, 26 juli 1865.

 

Lieve goede moeder,

    Ik verzeker je dat je geklaag onterecht is. Ten eerste ging ik je al schrijven.
Vervolgens, was er niet afgesproken dat ik je alleen pas zou schrijven wanneer er zaken opgelost waren?
Wel, ik ben net zo ongerust als jij. Er is geen andere kwelling die te vergelijken is met deze: Niet te weten wat er ver van ons af gebeurt, wat met ons te maken heeft.

    En toch, de affaire Malassis is opgelost. Alles is de 20e geregeld. Nu ben ik dan vrij!!! Dankzij jou. Nu kan ik mijn boeken verkopen, aan wie ik maar wil, en voor een prijs die ik wil.
- Diezelfde 20 juli kondigde mijnheer Ancelle me aan dat hij bij mijn vriend Julien Lemer was geweest, en dat deze hem had verteld dat hij uiteindelijk de 20e of de 21e voor mij zou gaan onderhandelen, en dat hij goede hoop had om een voordelige overeenkomst te kunnen maken.
- Maar sinds de 20e niets meer gehoord!

Sainte-Beuve, die ik bij mijn tweede reis door Parijs heb gezien, vertelde me dat hij zich wel een beetje met de kwestie zou gaan bemoeien.

    Toen ik uit Honfleur terugkwam in Parijs, zei mijnheer Julien Lemer, die beweerde dat hij met de heren Garnier aan het onderhandelen was, dat de chef van dat bedrijf net naar Normandië was vertrokken om zijn land te gaan bezoeken.
Die schurken kopen maar kastelen met het geld dat wij hen laten verdienen.

(Hij zou zaterdag de 15e naar Parijs terugkomen. Zaterdag de 15e ben ik in Brussel aangekomen, en sindsdien wacht ik.)

    Ik heb een enorme zin om Sainte-Beuve en Lemer weer opnieuw te schrijven.
Maar wat heeft het voor zin om mensen te kwellen waar ik zeker van ben?

Als ik maar wist wat de reden van die vertaging is!

    Misschien is het Lemer niet gelukt, ondanks het feit dat hij zo zeker leek van zichzelf?
Misschien vindt men 4800 frank voor de eerste oplage van zes boeken een beetje teveel?

Misschien is Lemer wel verplicht om de zes boeken over verschillende boekhandels te verdelen?

Ik kan niet werken door mijn ongeduld. Dat is het ergste wat er is.

Doe de hartelijke groeten aan mijn schoonzus.  Ik ben heel blij dat ze dicht bij je is en dat je voor haar zorgt.

    Lieve moeder van me, ik zei je dat je klacht onterecht was.
Maar ik houd altijd en nog steeds van je geklaag, omdat ik daaraan kan zien hoeveel je van me houdt.

CHARLES.

Het gaat niet slecht met me, en ook niet goed. Ik verveel me.

  Inhoudsopgave     Volgende brief