Correspondentie Baudelaire: België, aan Édouard Manet, Brussel, zaterdag 28 oktober 1865.

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Anto Carte. Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom Pierre Paulus 1881-1959. Belgisch kunstschilder.

AAN ÉDOUARD MANET
Brussel, zaterdag 28 oktober 1865.

 

Beste vriend,

    Van de eerste regels uit uw brief kreeg ik de rillingen. Er zijn in Frankrijk nog geen tien personen, - nee zeker, er zijn er geen tien, - over wie ik hetzelfde kan zeggen.

    Door dat gedwongen getreuzel van Lemer (want ik heb hem echt niets te verwijten) lijd ik inderdaad heel erg.

    Ik zie mezelf nu al die beloofde 4000 frank opmaken. En u weet dat ik al van plan was daar eerst een deel voor Hetzel en een deel voor u vanaf te halen.

    Het zou allemaal 15 juli afgerond worden, de dag waarop ik naar België terugging. Later zou het 12 augustus gaan gebeuren. Hippolyte Garnier is toen vertrokken naar zijn landhuis en voor zijn jaarlijkse reizen, voordat het kon worden afgesloten.
Op 3 oktober stuurde Julien Lemer me een verklarende brief, waaruit bleek:

    1. dat Hippolyte Garnier  weg was gegaan voordat er een besluit was genomen over de zaak; 
    2. dat men Garnier 25 oktober terugverwachtte;
    3. dat Hippolyte voor mij was, maar Auguste tegen me;
    4. dat het boek over België uitgesloten was om op de markt te worden gebracht.

    Ik ga Lemer een zeer goed ingedeelde en zeer goed begrijpelijke inhoudsopgave sturen, en hem verzoeken om meteen, meteen te beginnen met onderhandelen over het boek België.
Ik heb hem een beetje laten wachten omdat ik weer die erge zenuwpijnen kreeg. Die plaag wordt erger met de leeftijd.
Vroeger had ik die alleen in mijn armen en benen. Nu dringen ze soms door tot in mijn borst en in mijn hoofd.

    Wat er zo bizar is aan mijn (literaire) geval is dat er nog steeds vraag is naar mijn boeken in de boekhandels, hoewel ik helemaal niets publiceer en ik de jaren maar voorbij laat gaan tussen de ene uitgave en de volgende.
Wat zullen mensen met talent voor zaken me verachten!

    En die Victor Hugo! Hij kan niet zonder mij, zegt u. Hij heeft me een beetje het hof gemaakt. Maar hij maakt iedereen het hof en noemt de eerste de beste of de laatste gelijk een dichter.
Beste vriend van me, er zit in uw zin een beetje Stevens correspondentie.  Drie spionnen van het menselijke ras die concurreren met de correspondentie van Havas.

    Mijns inziens betekent dit niet alleen: laten we elkaars hand schudden. Ik ken die Latijnse onderhuidse toespelingen van V. Hugo.
Het betekent ook: laten we onze handen ineenslaan, voor de mensheid.
Maar de mensheid kan me niet schelen, en dat heeft hij niet gemerkt.

    Begrijpt u, waarde Manet, dat ik u in het geheim schrijf, over veel dingen, - en daarom , als u mevrouw Meurice ziet, moet u haar overtuigingen maar niet aanvallen.
Deze geweldige vrouw, die vroeger plezier in het leven gehad zou hebben, is, zoals u weet, in de democratie gevallen, als een vlinder in de gelatine.

    En ook wil ik u als u Julien Lemer ziet, aanbevelen om hem alleen datgene uit mijn brief te vertellen wat u goed oordeelt om te vertellen.

    Het schijnt dat mijnheer Bracquemond naar Brussel is gekomen, maar het niet waardig geacht heeft om mij te komen opzoeken.
Hij werkt aan een verkoop van zijn lithografieën, voor januari.
Ik heb heel erg veel zin in vier of vijf werken van Devéria, die bij hem staan. - Aankoop, ruil, cadeau, wat hij maar wil.

    Denkt u er wel aan om mijn hartelijke groeten over te brengen aan uw moeder en aan uw vrouw.

Uw toegewijde,

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief