Correspondentie Baudelaire: België, aan Narcisse Ancelle. Brussel, 16 februari 1866.

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Alfred Stevens.Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom  Alfred Stevens, 1823-1906. Belgisch kunstschilder.

AAN NARCISSE ANCELLE
Brussel, vrijdag 16 februari 1866.

 

Beste vriend,

    Mijnheer Lécrivain is in de nacht van woensdag op donderdag in Brussel teruggekomen. Hij heeft vier keer met Lemer gesproken, en is niet naar u toe gegaan.
Ik vroeg hem waarom, en hij gaf me dit vreemde antwoord:
Ik heb niet naar de heer Ancelle willen gaan omdat ik bang was dat ik hem zou beledigen als ik hem zou zeggen wat ik denk: dat wil zeggen dat de heren Garnier met hem, Ancelle, niet méér zullen willen onderhandelen dan met Lemer.
De bezoeken van mijnheer Ancelle bij de heren Garnier hebben alleen als nut gehad om dezen te overtuigen dat u een dringende behoefte aan geld heeft, en hoe meer u dat hen laat zien, hoe minder haast zij zullen hebben om een contract af te sluiten.

    Mijnheer Ancelle kan wel in uw naam handelen, maar dan met brieven van uw hand. Maar het verstandigste zou zijn dat u naar Parijs gaat en zelf gaat onderhandelen, en vooral de onderdelen op te halen van de twee andere boeken en die op volgorde te leggen, want Lemer heeft er maar drie. De heren Garnier zijn erg wantrouwend.

    Uit mijn gesprekken met Lemer is de conclusie voor mij dat, zoals ik het al vermoedde, de bedragen en de getallen die Lemer aan Ancelle had doorgegeven enkel verzinsels zijn, berekeningen bij benadering, verzonnen door Lemer, en die betekenen dus helemaal niets, immers Hippolyte Garnier HEEFT GEEN ENKEL REËEL BOD GEDAAN.

    Uit diezelfde gesprekken blijkt dat de heren Garnier wel ZIN hebben om een contract aan te gaan maar dat zij het laten voortduren om zodoende makkelijker hun gelijk van u te krijgen, - bovendien (hier, waarde Ancelle, pas op!) omdat zij met name die vijf boeken in hun eigendom willen bemachtigen.

    Voor wat die ideeën betreft van Lemer over uw Belgique, die zijn volkomen stupide.
Mijnheer Ancelle zou naar Dentu of Faure moeten gaan (met brieven van u), en dat project tonen dat volledig aan alle criteria voldoet.”

    Dus, beste Ancelle, hierbij dus genoeg redenen om uw enthousiasme een halt toe te roepen. Maar ik zeg het nogmaals, ik ben u zeer dankbaar.
Ik denk alleen dat het niet verkeerd zou zijn om een bezoekje te brengen aan mijnheer Hippolyte Garnier, om hem het briefje te geven dat ik u had opgestuurd, hem te vertellen dat ik ziek ben, dat ik in maart waarschijnlijk speciaal naar Parijs zal gaan om hem te zien, en dan Le Spleen de Paris meeneem, en dat ik uiteindelijk naar Honfleur zal gaan om Les Fleurs du mal op te gaan halen met de toevoegingen en de rechtvaardigingsstukken.
U zult tijdens uw gesprek met hem wel een manier vinden om hem even aan de tand te voelen daarover.

    Ter uwer naricht zal ik u uitleggen wat de zin betekent van Lécrivain met betrekking tot het eigendom. Een dergelijke regeling accepteren zou een enorme stommiteit zijn.
De heren Garnier zullen er nooit mee instemmen om me een bedrag te geven dat voldoende is voor het gebruik tijdens mijn hele leven en de dertig jaar die volgen op mijn dood, van de vijf boeken.

    Aangezien ik geen enkel kapitaal heb, moeten mijn boeken me een klein inkomen gaan opleveren, en omdat ik heilig geloof in mijn succes heb ik liever dat ik een onbepaalde reeks aan kleine bedragen ontvang.
Ik heb voor eeuwig mijn rechten voor mijn vertalingen van Poe afgestaan, en daar heb ik al duizenden malen wroeging over gehad.
Laten we aannemen dat er alleen maar twee oplagen van elk boek komen van 2000 exemplaren voor 30 cent per exemplaar.
Dat maakt 20 000 exemplaren, is 6000 frank. Ik wed dat ze me niet eens dat bedrag voor mijn gehele eigendom zouden willen betalen.
Dus, laten we dan eens een simpele berekening maken over alleen mijn gedichten: als we er dertig jaar lang maar 200 per jaar van zouden verkopen dan levert dat een resultaat op van precies 6000 exemplaren, oftewel 1800 frank auteursrechten, waar de heren Garnier van zouden meeprofiteren.
Als we uitgaan van 500 exemplaren per jaar, zou dat een precies resultaat opleveren van 15 000 exemplaren, oftewel 4500 frank.
Maar, Les Fleurs du mal zullen lang blijven verkopen. Pas nu dezelfde berekening toe op de andere boeken, en u zult de uitkomst zien.

    Het gaat beter met me: het gaat niet goed met me. Men heeft het met me over de noodzaak om veel te wandelen, een ijzerhoudend dieet te volgen en veel douches te nemen, zonder de medicijnen voor antispasmen mee te tellen, zoals diegene die ik al eens heb ingenomen.
Dit is allemaal erg vervelend, en het is niet mogelijk om hier te wandelen.
Bovendien zijn de douche-installaties hier slecht.

Mijn hartelijke groeten aan mevrouw Ancelle.

Schrijf me.

Uw toegewijde

C.B.

Ik heb nog niet durven beginnen te werken.

Ik zal u eerst een brief voor Dentu opsturen, en daarna nog een voor Faure.

Stéphane Mallarmé. Honfleur. Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom  Stéphane Mallarmé, 1842-1898.   Dichtvers op een galeisteen uit Honfleur. Zomer 1892 of zomer 1894.
“ Tant mieux si la mer affame
La parfaite bonne femme
SM ”.

  Inhoudsopgave     Volgende brief