Correspondentie Baudelaire: België, aan Narcisse Ancelle. Brussel, dinsdag 30 januari 1866.

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Michel Vanden Eeckhoudt.Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom Michel Vanden Eeckhoudt, 1947-2015. Belgisch fotograaf.

AAN NARCISSE ANCELLE
Brussel, dinsdag 30 januari 1866.

 

    Duizend maal dank voor uw verve. Het gaat u veel beter af dan ik had gedacht.

    Ik heb eerst uw brief aan mijnheer Lécrivain gelezen, die gaat morgen de deur uit en die zult u ongetwijfeld de 2e of de 3e  krijgen.

    Dan volgt nu op een enkel dingetje na het resultaat van ons gesprek, en dientengevolge het onderwerp van uw gesprek van binnenkort:

  1. De toekomstige afspraken waar u het over heeft zijn die de realiteit, of tenminste een begonnen realiteit, of zijn het slechts uitingen van hoop van Julien Lemer?
    (Lécrivain, die vroeger met Lemer bevriend was, zal hem misschien hebben afgetast.)
  2. Ik vind de oplages te laag.
    Lécrivain zegt dat het niet belangrijk is, en dat de heren Garnier al snel zullen zien dat mijn boeken wat waard zijn.
  3. Wat betekent dat tijdsbestek van drie jaar, - en, als over een half jaar één van de vijf oplages is uitverkocht, moeten ze mij dan niet opnieuw auteursrechten betalen, tegen het afgesproken tarief? Lécrivain beweert dat dat vanzelfsprekend is.
  4. Ik wil de proefdrukken corrigeren. Nooit zal ik ook maar één regel van mij laten drukken zonder dat ik hem op zijn minst twee keer heb overgelezen.
  5. Laat u uitleggen wat dubbele extra vellen zijn, waarvan ik steeds zeg dat er exemplaren van apart gehouden moeten worden voor vrienden en voor de kranten.
  6. De heren Garnier moeten weten dat ik de voorwaarden accepteer, hoewel ik ze magertjes vind, omdat ik wil dat mijn werk voortaan ondergebracht zijn bij een solide bedrijf, en dat ik hoop dat het een reden is opdat mijn hele toekomst daar ook aan verbonden zal zijn (aan dat bedrijf).
    De heren Garnier weten niet wat Le Spleen de Paris is.
    Dat Sainte-Beuve ten tijde van mijn komische doch zeer serieus bedoelde kandidatuur voor de Académie over enkele van die fragmenten gesproken heeft als echte chefs d’oeuvre in Le Constitutionnel.
    Ik heb dat niet gezegd.
    Het nummer kan opgezocht worden.

    De heren Garnier kennen de waarde niet van de bewijsstukken van Les Fleurs du mal (artikelen van Sainte-Beuve Custine, Th. Gautier, d’Aurévilly, etc.).
Daar moet met hen over gesproken worden. Maar mijnheer Lécrivain beweert dat men met zulke gewiekste mensen als de gebroeders Garnier niet al te haastig moet overkomen.

En vergeet niet dat ook al zijn de twee broers Garnier gelijken voor wat betreft het eigendom, ze heel erg ongelijk zijn in intelligentie en functies.
Hippolyte is de spirituele directeur.

    Al deze punten zijn zonder enige uitzondering allemaal even interessant.
Lécrivain zal het ook met u hebben over La Belgique déshabillée.

    Alles wat Lemer u daarover heeft zitten reciteren is volslagen absurd.

    Geen enkele krant, dat is waar, geen enkele revue zelfs, kan dit boek in zijn totaliteit nemen. Alleen misschien enkele beschrijvende fragmenten.
Het moet nieuw en in zijn geheel bij een uitgever verschijnen.
– Er bestaat geen uitgever die zo dom is om de gedetailleerde opzet die ik u heb opgestuurd niet te begrijpen.
Er is geen uitgever die zo dom is dat hij niet begrijpt dat de voorwaarde die ik stel (betaling van het boek in delen) de beste garantie is voor mijn activiteit. (Dat is om het boek in Frankrijk te kunnen afmaken.)

    Ik accepteer graag de hulp van mijnheer Nisard (Lécrivain is het hier niet mee eens) en ik bedank hem hiervoor bij voorbaat.
Als mijnheer Nisard mijn opzet wat aandachtiger had gelezen, dan had hij een regel gezien die antwoord gaf op zijn gedachte: dat de Belgische Godslastering namaak is, en het resultaat van het onderwijs van de Franse vluchtelingen.
Wat betreft de oneerlijke en beledigende zinnen die hij aan de naam van Victor Hugo verbindt, daar heb ik nog heel wat meer denkbeelden over dan hij. Maar dat kan ik niet uitspreken.

    Vergeet niet dat La Belgique déshabillée een zeer serieuze schets is, heel streng, met een strenge suggestie, onder een komische schijn, tot het uiterste, soms.
En zo vallen uw verwijten over die rotte appel, en al die andere puur vertrouwelijke uitdrukkingen.
Ik weet zeker dat de uitgever aan wie u die samenvatting van het boek zal laten zien het niet verkeerd zal begrijpen.

    De moed begint me nu weer te komen. Ik ga Le Spleen weer bewerken, en ik ga ook Les Contemporains weer bewerken (waarbij ik me alleen maar kan baseren helaas op mijn  geheugen , want het manuscript ligt bij Lemer).
Ik zal het 20 februari afhebben, als dat flauwvallen en dat overgeven niet weer terugkomt.
Ik hoef dus alleen nog maar voor elkaar te krijgen dat alle clausules beslecht zijn op de 20e.

    Wat uw laatste raadgeving betreft, die kan ik niet volgen. Nooit zal ik de moed vinden om ten eerste mijn hotelbazin te verklaren dat ik wegga zonder te betalen, en ten tweede om alweer geld aan mijn moeder te ontvreemden, van haar goedheid waar ik zo schandelijk misbruik van heb gemaakt.

    Het is nu zes uur. Ik heb geen tijd meer om u te bedanken  zoals mijn hart dat graag zou willen. Uw toegewijde,

C.B.

    Lees deze brief over samen met mijnheer Lécrivain en praat  samen over de waarde van elk artikel (behalve de vertrouwelijke passages over mijn armoede).

    Noot. Ik heb nog maar 20 frank over. Zondag ga ik terug naar Namen om Rops te zien en om die Jezuïetenkerk weer te bewonderen waar ik nooit genoeg van krijg.

    Als ik maar niet ziek word van de treinwagon!

    Ik weet dat mijnheer Rops een prachtig affiche heeft gemaakt voor het geval Les Fleurs du mal herdrukt wordt. Hij vraagt er 100 frank voor.

    Maar de heren Garnier zijn zo weinig gecultiveerd dat zij de naam van mijnheer Rops misschien helemaal niet kennen.

    Er liggen nog drukplaten, fleurons, sluitversieringen en sierhoofdletters bij een drukker in Parijs, die toen gemaakt waren voor een eventuele grote uitgave van Les Fleurs du mal (wenk voor de gebroeders Garnier, alleen na raadpleging van Lécrivain).

  Inhoudsopgave     Volgende brief