Correspondentie Baudelaire: België, aan Catulle Mendès. Brussel, vrijdag 19 januari 1866.

Charles Baudelaire
Brussel, België.

Cédric Gerbehaye.Charles Baudelaire, correspondentie Brussel, België. Vertaling Charles Baudelaire, Vertalingen Vivienne Stringa.

Zoom Cédric Gerbehaye, 1977. Belgisch fotograaf.

AAN CATULLE MENDÈS
Brussel, vrijdag 19 januari 1866.

 

Beste Mendès,

    Het is heel goed, en u weet dat ik geheel tot uw beschikking sta. Ik ga zelfs zover dat ik beken dat ik die 100 frank niet zal weigeren. Want ik moet zeer binnenkort naar Parijs, en ik zit zonder geld.
Men zou bijna gaan geloven dat een afstand van zeven uur ons onze vrienden zó doet vergeten! – We moeten alleen gaan onderzoeken wat er mogelijk is.

    Ten eerste zit ik in hetzelfde schuitje als u. Ik ben net vreselijk ziek geweest, en ik ben met veel dingen erg achter, en ik heb geen tijd om uw affaire meteen te gaan voorbereiden.

    Ten tweede moet u me vertellen of u het mij verbiedt om stukken die ik zelf bepaal uit Le Boulevard, La Revue nouvelle en  La Revue fantaisiste te halen voor een volgende uitgave voor Les Fleurs.
In dat geval zou het niet kunnen doorgaan.

    Ik ben van plan om die stukken een beetje te bewerken, op proefdrukken, uiteraard.

    Ik zal u binnenkort een klein boek van mij doen toekomen waarin u kan spitten. Dit boek is gedrukt zonder dat ik me ermee had bemoeid. U zult er kleinigheidjes in vinden die u niet kent, en zelfs komische dingen.
Het bevat helaas de zes verboden stukken uit Les Fleurs du mal, waardoor we het niet in de verkoop kunnen brengen noch het naar de kranten kunnen sturen.
Ik ben niet kwaad geworden, maar ik zal ervoor uitkijken dat die drukplaat alleen in handen van vrienden komen.

    Voor de algemene titel, die mag u zelf verzinnen.

    Mijn hartelijke groeten aan Banville, Asselineau, Philoxène, en Leconte de Lisle.
– Ik ben heel nieuwsgierig om te weten te komen wie die stoutmoedige, absurde, onzinnig idiote, antiprogressieve en goddelijke sterveling is die heeft durven denken dat er lezers zouden bestaan die gedichten, zelfs uitstekende, ik beschouw ze allemaal als uitmuntend, leuk zouden kunnen vinden.
Dus het absurde bestaat nog steeds op deze wereld. Ik dacht dat ik nog de enige was in dat genre.

    Ik kreeg onlangs een brief van Sainte-Beuve waarin hij me schrijft over een krant die ik niet ken, L’Art. Wat is dat voor iets?

Uw toegewijde

    En omdat ik er van uit ga dat u, net als alle gevoelige mensen, alleen maar via uw bloed, uw gal of uw zenuwen ziek wordt, kan ik u aanraden om kinine, Vichy-water digitalis, bella donna en opium te gebruiken.

Charles Baudelaire.

Vergeet niet om een pak bij Philoxène mee te nemen. Hij heeft geweldige dingen.
Maar door een geheimzinnige zwakte, die voor de rest geheel in overeenstemming is met zijn hele bizarre persoonlijkheid, misschien als gevolg van aparte ideeën over de waarde van een maagdelijkheid, wil hij zijn gedichten niet laten drukken. Hij verbergt ze, zoals een ander ze juist laat zien. Hij moet met geweld overtuigd worden.

Noot. Van Frankrijk naar België en omgekeerd mogen brieven nu gefrankeerd worden voor 30 cent.

  Inhoudsopgave     Volgende brief