Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Parijs, 3 januari 1863.

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

  
Vincent van Gogh. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Vertalingen Vivienne Stringa

Vincent van Gogh. 1853–1890.

Zoom

Parijs, 3 januari 1863.

 

Arme lieve moeder!

     Je kon niet weten dat , omdat ik je niet precies op 1 januari heb geschreven, dat was omdat ik je nieuwjaarsgeschenken wilde sturen en dat kon ik niet.
Als mijn grote opdracht geslaagd was, dan had ik 5000 frank voor je gehad en nog iets om je boudoir te kunnen opknappen. Maar jouw post van vanochtend, daar was ik helemaal verbaasd over, ik schaamde me zelfs.
Maar echt, je bent buitengewoon.
Eerst stuur je me twee brieven die niet lief zijn, heel bitter zelfs, (koelbloedige rechtvaardigheid is niet jouw stijl) en dan ineens weer cadeaus. Zo vermeng je strelingen met slagen.
Maar waar haal je dat geld toch allemaal vandaan?
Is dat nu het resultaat van dingen die je je onthoudt en waar ik niets van af weet? Dat is moeilijk te accepteren voor mij, dat is vernederend.
Omdat ik altijd geldgebrek heb, is dat iets onbegrijpelijks, zo’n  vruchtbare Liefdadigheid ineens.

     Lieve moeder, je verveelt je best. We zullen elkaar halverwege deze maand zien.
Ik wil namelijk wat overeenkomsten komen halen die weet ik waar in die enorme berg paperassen van me zitten.
Want ik laat mijn zaak niet los. In het kort zit het zo: ik wilde in één keer 25.000 frank hebben, in ruil voor de totale absolute afstanddoening voor eeuwig van al mijn auteursrechten van al mijn werk, zoals dat er nu voor staat, dat wil zeggen tien delen (vijf delen van Poe.
Ik heb er nog twee nieuwe aan toegevoegd. En vijf werken van mij, de Fleurs, de Paradis, de Poèmes en prose, en twee boeken met kritieken).
Je zult vast we wel raden dat de Raad van Toezicht hier weer mee te maken had in deze zaak (was er niet een laaghartig krantje dat daar laatst nog een toespeling op heeft durven maken!)

     Mijn idee was in feite helemaal rechtsgeldig, ik heb immers geen kinderen.
Maar nooit zullen bedragjes van 500, 300 of 200 frank bij elkaar hetzelfde effect bereiken als een groot bedrag ineens. 1000 frank is veel meer waard dan 10 keer 100 frank.

     Mijn vrienden zeggen dat het heel goed is dat het me niet gelukt is, want mijn werk is veel meer waard, en je nooit het onvoorziene, het onbekende en het eventuele moet verkopen.
Maar ja, zij praten op hun gemakje. Zij zijn rijk, voorzichtig, hebben geen schulden en hebben genoeg tijd. Een boekhandelaar bood me 2000 frank voor één enkele uitgave van de Fleurs en wat gedichten.
Maar ik wilde hun de vijf boeken van mij opleggen, en voor eeuwig verkopen.
Ik heb trots geweigerd, hij voelde zich beledigd. En, om je de waarheid te vertellen, ik heb er nu wel spijt van als haren op mijn hoofd.

     Michel Lévy die gedroeg zich als een schoolfrik, en helemaal toen hij zag dat ik afhankelijk van hem was.
Hij bood mij afstand te doen van het gehele eigendom, zoals voor de Poe, tegen betaling van een onregelmatig bedrag, gebaseerd op de respectievelijke verkoop. Ik heb hem mijn rug toegekeerd.

     En nu ben ik op zoek naar gelegenheden om de vijf boeken hier en daar te kunnen plaatsen.
Dat is het tegenovergestelde van wat ik wilde. Zo’n verspreiding heeft nadelen.

     De affaire Malassis waar je je druk om maakt, wees gerust.
Ik ga helemaal gezuiverd uit die ruzie komen, ook al kost dat me heel wat. Maar ik kan geen tien pagina’s  vullen voor je met vermoeiende details.

     Omdat ik niet voor eeuwigdurend kan verkopen, en omdat ik dus gedwongen ben om maar voor een beperkte tijd te verkopen, zou ik genoeg geld bij elkaar willen hebben om het te verdelen tussen jou, Malassis en mezelf.

     Maar zal ik daarin slagen, en in hoeverre?
Aanstaande zondag komt er een oplossing voor twee boeken. Maar is dat een goede oplossing? Wat kan ik met bijvoorbeeld maar 1000 frank doen?
En die andere drie boeken dan! Kwellingen, wat een kwellingen toch altijd!

     Je bent zeker verbaasd over hoe makkelijk ik je cadeau accepteer, ondanks de 23000 frank die ik je schuldig ben.
Ik wilde ze je eerst terugsturen.
Maar ik zal je in een paar woorden uitleggen waarom ik zo handel.
Toen ik dat geld eenmaal in mijn zak had zitten, ben ik naar een drukker gerend van wie ik op een avond 50 frank had geleend en tegen wie ik binnenkort een aanklacht moet gaan indienen bij een rechter.
Het was een obsessie voor mij te denken dat ik een man tegen wie ik een aanklacht moet indienen kon horen zeggen:
“De heer Baudelaire die een aanklacht tegen mij indient is mij geld schuldig.”
Wat een puinhoop, wat een chaos is het leven! En wat een bizarre situaties toch allemaal! Ik hou van je en ik omhels je met al mijn kracht.
De tijd dringt. Ik zal wel heel wat woorden en interpuncties hebben overgeslagen.

     Als je mijn brief goed hebt begrepen, dan moet je inzien dat het onmogelijk is voor me om gelijk bij je te komen.
Ik zal in januari naar je toekomen, de 15e of de 20e, en als alles goed gaat, zal ik in Honfleur vier nieuwe boeken schrijven.

     Ik zou echt zo graag met jou heel lang willen flaneren in Parijs en rondom Parijs.
Maar helaas! Ik wil zo graag betalen.

     Ik ben op je gesteld, en ik smeek je om me welwillend te zijn.
Wil je nog lekkere thee hebben? ik kan je momenteel niets anders aanbieden.

Charles.

We hebben elkaar vijftien maanden geleden voor het laatst omhelsd, en nu ben ik al helemaal grijs, zo erg dat ik erover zit te denken om er poeder in te doen zodat ze helemaal wit lijken.
Lach me niet uit als je die ouwe mannetjesverwaandheid hoort.

  Gehele correspondentie          Volgende brief