Charles Baudelaire aan Raymond Matigny. Parijs, 6 juli 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN RAYMOND MATIGNY
Parijs, 6 juli 1863.

 

Geachte heer,

     Ik heb niet eens tijd om u te schrijven wat ik doe, gedeeltelijk voor u, noch waarom er zoveel vertraging is.
Ik zal trachten bij u langs te komen, dat kost me minder dan schrijven.
Indien u mij zo kwelt, zal ik heel ver weg gaan, en dan zult u mij verhinderd hebben om mijn wil door te zetten en te vervolmaken.

Hoogachtend,

CH. Baudelaire.

De heer Arondel zal u verteld hebben wat voor speculatie ik aan het doen was, en waarom het zo langzaam ging.

  Inhoudsopgave     Volgende brief