Charles Baudelaire aan Michel Lévy. Parijs, 7 juli 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN MICHEL LÉVY
Parijs, 7 juli 1863.

 

[Parijs, 7 juli 1863, een heel interessante eigenhandig geschreven brief, waarin Baudelaire zijn uitgever het eind van Eureka aankondigt en de aanstaande levering van de laatste hoofdstukken van de Histoires grotesques et sérieuses.

Hij protesteert vervolgens tegen een grote drukfout in het voorwoord van het tweede deel van Poe, en hij zegt: “En ik heb nog wel van Poe een beroemde zaak gemaakt en ik heb er zoveel zorg en tijd in gestoken.”]

[Dan vraagt hij om een overzicht van zijn rekening, omdat hij geld nodig heeft voor een reis naar het buitenland:]

Ik ben Frankrijk erg zat en ik zou het graag een tijdje willen vergeten.

Binnenkort kom ik bij u langs.
Maar omdat er twee Michels zijn, degene die vanachter zijn bureau als een wilde op zijn achterste benen denkt te moeten staan, en degene van het huiselijke persoonlijke, die een perfect beschaafde man is, zult u mij toestaan dat ik voor de tweede kies.

Uw toegewijde,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief