Charles Baudelaire aan Raymond Matigny. Parijs, 21 september 1862.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN RAYMOND MATIGNY
Parijs, 21 september 1862.

 

Geachte heer,

    Ik heb de eer niet u te kennen. Ik weet absoluut niet waar het over kan gaan.
Ik ontvang een heleboel brieven van onbekende mensen, en ik doe zo veel mogelijk mijn best doe om hun terug te schrijven.
Maar door mijn werkzaamheden waar ik het momenteel zeer druk mee heb, ben ik in mijn kamer gekluisterd voor op zijn minst drie weken, en daardoor kan ik mijn vrienden ook niet zien.

Hoogachtend,

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief