Charles Baudelaire aan Mme Sabatier, Alphonse de Calonne. Parijs, januari-februari 1858.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME SABATIER
Parijs, 22 januari 1858.

 

[“er zijn dagen en uren van melancholie waarop alle menselijke dingen slecht gaan… ik heb mezelf in mijn hoofd geprent dat ik alleen naar u toe ga als ik vrolijk ben en als ik belangrijke dingen heb gedaan”, etc.]

C.B.

AAN ALPHONDE DE CALONNE
Parijs, januari-februari 1858.

 

Notitie van artikelen die

Ik kan maken voor

Mijnheer de Calonne

Le haschisch (dat was overeengekomen)

Peintres philosophiques (dat wil zeggen de schilders die de kunst ondergeschikt maken aan de redenering, aan het denken. Als Janmot, Chenavard, Alfred Rethel).

Musées disparus

Musées à créer         } musées espagnol, anglais, etc.

Eureka of filosofie van Edgar Poe (minutieuze analyse, voorstel per voorstel).

(Het werk over de hasjiesj vordert, en u zult er tevreden over zijn. Ik heb het boek van Mijnheer Moreau over het toepassen van hasjiesj bij Waanzin niet ontvangen.)

  Inhoudsopgave     Volgende brief