Baudelaire, correspondentie. Aan madame Aupick. Parijs, zondag 26 november 1843.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, zondag 26 november 1843.

 

     Ik kom morgen wel bij jou eten omdat ik in jouw wijk moet zijn. Ik kom om 5 uur bij je.

C . Baudelaire.

WISSEL
7 december 1843.

 

[Wissel opgenomen door Arondel, uit Bercy, 1500 frank, waarde ontvangen in schilderijen; aflooptermijn: 1 april 1844.]

Geaccepteerd voor de somma van vijftienhonderd frank.

C . Baudelaire.

     Quai d’Anjou 17.

WISSEL
23 december 1843.

 

[Wissel opgenomen door Arondel, uit Parijs, 1100 frank, waarde ontvangen in schilderijen; aflooptermijn: 5 maart 1844.]

Geaccepteerd voor de somma van elfhonderd frank.

Bon voor 1100 frank.

C . Baudelaire.

Quai d’Anjou 17.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, eind 1843.

 

Lief moedertje van me,

    Bedankt voor al je goedheid en je welwillendheid. Wij zullen je thee drinken en aan je denken.
Wil je me een plezier doen en dit manuscript lezen, dat af is, en waar weinig in gecorrigeerd hoeft te worden.
Ik heb het vanochtend bij een krant opgehaald (La Démocratie), waar het geweigerd werd vanwege immoraliteit, maar wat er zo goed aan is, is dat het de mensen zo in verrukking heeft gebracht dat men mij de eer heeft bewezen me er in alle haast  nog één te vragen, met veel vriendelijkheid en complimenten.

Je kent het einde niet, lees het en vertel me eerlijk wat voor effect het had op je.

C .B.

P.S. – als je thuis bent op het moment dat je het krijgt, geef dan 20 stuivers aan de man.

  Inhoudsopgave     Volgende brief