Correspondentie Charles Baudelaire, aan Madame Sabatier, Parijs, mei 1853.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME SABATIER
Parijs, mei 1853.

 

After a night of pleasure and desolation, all my soul belongs to you.

 

Wanneer bij de losbandigen de Dageraad blank en verguld

Verbinding maakt met het knagende Ideaal,

Door het werk van een wraakachtig mysterie

Ontwaakt in het ingeslapen beest een Engel;

 

Uit de Spirituele Hemelen zal het ontoegankelijke azuur

Voor de gevloerde man die nog droomt en lijdt

Zich openen, en zinkt weg met de aantrekkingskracht van de afgrond.

- En zo, goddelijke Vorm, lucide en puur Wezen,

 

Op de walmende brokstukken van stupide orgieën,

Dwarrelt jouw herinnering, lichter,  meer roze en nog charmanter,

Onophoudelijk in het rond voor mijn vergrote ogen.

 

- De Zon heeft de kaarsvlam zwartgeblakerd;

- En zo, immer winnaar, is jouw Fantoom gelijk,

- Schitterende Ziel, - aan de eeuwige Zon.

  Inhoudsopgave     Volgende brief