Correspondentie Baudelaire, aan Narcisse Ancelle. Parijs, 8 mei 1856.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN [ ?]
Parijs, 30 april 1856.

 

    Ik neem aan dat het niet indiscreet of excentriek is als ik u vraag om enkele van uw uitvoeringen op het gebeid van la Joliette.
Als ik zeg enkele, ik wil namelijk geen hoeveelheid noemen, is dat omdat ik bang ben om er te weinig van te vragen.
– En het zou me een des te grotere verrassing zijn, ik heb immers nooit geprofiteerd van deze beroemde manieren om makkelijk aan geld te komen.

Hoogachtend,
Hartelijk dank,

CHARLES BAUDELAIRE

18, rue d’Angoulême-du-Temple.

AAN NARCISSE ANCELLE
Parijs, 8 mei 1856.

 

Beste Ancelle,

    Ik dring erg aan.
– Ik heb uiteindelijk een manier gevonden om aan een paar frank te komen die ik tekort kom.
– Ik ga weer met een lang werk beginnen voor Le Pays.
– Ik word van te voren betaald maar ik krijg niets voordat minstens de helft af is. Mirès, de eigenaar van Le Pays,  komt over een paar dagen hier.
Ik moet voordat hij aankomt een paar artikelen bij de krant afgeven.

    Met 150 frank kan ik twee weken aan het werk zijn, en me dat weigeren betekent me de 1500 frank onthouden die ik nodig heb.

    Het spreekt voor zich dat ik van dit geld, het geld van de krant, zoveel geld inhoud dat het genoeg is om u een maand of zelfs twee maanden niet hoef te vragen.
– Zoals ik u al zei, ik heb net de directeur van de krant geschreven dat ik de regeling accepteerde en dat ik heel snel zou werken.

Geheel de uwe.

CH. BAUDELAIRE.

Er is nog geen regel af.

  Inhoudsopgave     Volgende brief