Correspondentie Baudelaire, aan Narcisse Ancelle. Parijs, 20 februari 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN NARCISSE ANCELLE
Parijs, vrijdag 20 februari 1857.

6 uur ’s ochtends.

 

Vriend,

    Ik kom vanavond naar u toe om de rest van de maand maart op te halen. Ik ben gedwongen in mijn werk gedoken. Le Moniteur  heeft me bovenmatig in zijn klauwen genomen.
Ik moet er elke middag om 5 uur een enorme massa materiaal afleveren en tegelijkertijd de drukproeven corrigeren, zonder de proeven van de poésies mee te tellen.
Als ik vanochtend naar u toe was gekomen, dan was mijn dag verloren gegaan en ik wil niet dat dit keer die 2000 frank me ontgaan. Ik heb wel aan een loopjongen gedacht, maar dan zou u hem 20 frank hebben gegeven.
U weet dat ik nu alles bijhoud.

    Dat tijdstip van 5 uur, is niet erg praktisch, want ik moet tegelijkertijd op het kantoor van de krant zijn, maar met een rijtuig red ik het wel.
Ik vraag u alleen om wat inschikkelijk te zijn, me niet te lang op te houden en er rekening mee te houden dat ik behalve happig te zijn om het geld, dat ook zal zijn om te slapen.

    Ik vraag u excuses voor deze ongefrankeerde brief. Ik heb geen postzegels en de winkels zijn niet open.

Geheel de uwe.

Charles Baudelaire.

Correspondentie Baudelaire, aan Narcisse Ancelle. Parijs, vrijdag 20 februari 1857.  Vertaling correspondentie Baudelaire, vertalingen Vivienne Stringa.

  Inhoudsopgave     Volgende brief