Correspondentie Baudelaire, aan mme Aupick. Parijs, 13 februari 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, vrijdag 13 februari 1857.

 

    Helaas! Lieve moeder, nu ben ik degene die u verzoekt niet te komen, zelfs een paar dagen niet.
Men wil me bij Le Moniteur geen cent uitbetalen voordat de laatste zin van het laatste hoofdstuk geschreven is.
Ik heb nog maar tot woensdag – vijf dagen voor een taak die twee weken vergt – daar word je toch gek van.
In dergelijke omstandigheden neemt u het me vast niet kwalijk dat ik me opsluit  - echt u zit vol zorgen en het spijt me dat ik u er altijd weer meer breng.

CHARLES.

    Wees zo goed om deze man te betalen, hij komt van de rue du Four.

  Inhoudsopgave     Volgende brief