Correspondentie Baudelaire, aan Jules Verteuil, Nadar, augustus, september 1853

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN JULES VERTEUIL
Parijs, vrijdag 12 augustus 1853.

 

Geachte mijnheer Verteuil,

    Mijnheer de Mirecourt is bij mij gekomen uit uw naam, en hij vroeg me om uitleg over een brief die ik u geschreven heb.
In het bijzijn van de heer Mirecourt die mij verzekerde dat u mij niet heeft willen beledigen, twijfel ik geen moment om u mijn spijt te betuigen en mijn brief als niet verzonden te beschouwen.

Met de meeste hoogachting.

Ch. Baudelaire.

WISSEL
18 augustus 1853.

 

[wissel opgesteld door Arondel, uit Neuilly, 4900 frank, waarde ontvangen in schilderijen en geld en rente; uiterste termijn: einde april 1854.]

Aangenomen voor de waarde van de somma van vierduizend negenhonderd frank, waarde ontvangen in contanten.

Charles Baudelaire-Dufaÿs

Rue Pigalle 60.

WISSEL
18 augustus 1853.

 

[wissel opgesteld door Arondel, uit Neuilly, 10000 frank, waarde ontvangen in schilderijen en geld ; uiterste termijn : eind april 1854.]

Aangenomen voor de waarde van de somma van tienduizend frank, waarde ontvangen in contanten.

Charles Baudelaire-Dufaÿs

Rue Pigalle 60.

AAN NADAR
Parijs, zondag 18 September 1853.

 

Beste Nadar,

    Probeer, probeer om voor mij voor morgen als ik naar je toekom een klein geldbedragje te vinden, zelfs het meest ordinaire.
Je weet dat ik alleen maar hele vermoeiende dagen heb.
Ik vraag je om excuus dat ik je zo vaak lastig val. Over enkele dagen zal het niet meer gebeuren.

Je toegewijde,

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief