Correspondentie Baudelaire, aan Hyppolite Tisserant.Parijs, 29 januari 1854.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN HIPPOLYTE TISSERANT
Parijs, 29 januari 1854.

 

Beste vriend,

     Hierbij kunt u het kostbare voorwerp aan de loopjongen geven (als het van goud was, dan zou het als groot voordeel hebben dat het ingepakt in papier en in een enveloppe was gedaan, - ik dan niet de vernedering zou hebben dat de loopjongen weet wat hij bij zich draagt ).

     En het is zeker dat u mij over enkele dagen als ik u dit terugbreng, dan heel druk bezig ziet met het stuk.
Ik zeg u nogmaals met veel plezier dat u mij een heel grote dienst bewezen heeft.
Maar ik heb het enorm nodig om geduwd te worden, en misschien zelfs geflatteerd. Want dit werk is voor mij zo nieuw dat ik altijd geneigd ben te geloven dat ik een stuk ga maken dat niet te spelen is.

Uw toegewijde,

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief