Correspondentie Baudelaire, aan Armand Dutacq. Parijs, 3 februari 1855.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

REÇU
Neuilly of Parijs, 29 januari 1855.

 

Ontvangen van mijnheer Ancelle de somma van vijfhonderd frank als aanvulling van de vijftienhonderd frank die met toestemming van madame Aupick mij gegeven kunnen worden.

Ch. Baudelaire.

AAN ARMAND DUTACQ
Parijs, 3 februari 1855.

 

Beste Dutacq,

    Hierbij de inhoudsopgave. U hoeft hem alleen maar te lezen om de volgorde en het genereren ervan te begrijpen.

    Ik ben begonnen met het ordenen van de artikelen.

    Ik ben zo vrij geweest om aan een andere schuldeiser, mijnheer Lecerf, een schuldoverdracht van 150 frank te geven.
Ik zal er dus goed zorg voor dragen om 150 frank bij Le Pays achter te laten.
Beste vriend, vergeef me dat ik u vermoei met mijn persoonlijke kwesties.
Maar ik verzeker u dat de affaire in kwestie zo ernstig is, en er vermengt zich iets bij dat zo delicaat is, dat het niet mogelijk was om niet meteen een of andere garantie te geven. Uw toegewijde,

All yours very truly.                                             

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief