Charles Baudelaire aan Ernest Bouju. Parijs, mei 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN ERNEST BOUJU
Parijs, mei 1860.

 

Geachte heer,

      Ik heb de heer Guys ontmoet, en ik herinnerde me het gesprek dat ik enkele dagen daarvoor had gehad met u.

     Ervan uitgaande dat wij samen die mooie uitgave in kwestie nooit zullen gaan uitvoeren, ben ik er van overtuigd dat u het fijn zou vinden om de heer Guys te leren kennen, die met zijn verbeeldingskracht en vruchtbare ideeën u in heel veel gevallen tot nut kan zijn.

     Hoe het ook zij, hij kan, zoals u mij al in bedekte termen te kennen had gegeven, twee of drie proeven maken over Edgar Poe. Het ergste dat kan gebeuren is dat u mooie ontwerpen zult krijgen waar u niets aan heeft.

Hoogachtend, 

[…]

REÇU
Parijs, 21 mei 1860.

 

Ontvangen van de heer Crépet de somma van negentig frank, over de rekening van mijn literaire teksten of mijn vertalingen van Engelse dichters.

CH. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief