Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, half maart 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, half maart 1860.

 

Waarde vriend,

    Als het epithalamium van Lohengrin vanavond wordt opgevoerd, in Le Casino, dan kom ik u bij de boekhandel ophalen voor zes uur. Ik begrijp waarom die Crépet u zo snel heeft uitgenodigd voor een lunch.
Zoals ik het u verteld had, die meneer Crépet heeft zich die M0ryon in zijn bol gehaald, en gisterochtend had ik hem geschreven dat u er ook wel oren naar had,  en dat ik toch nog wel bang was dat u zou afzeggen.
Dat u daarbij duidelijk had gemaakt dat u die prenten wilde kopen, en dat Méryon dat akkoordje helemaal niet zag zitten

    Dit is een leugen, zoals ik u gisteren verteld had. Voor mij ging het er om, om de dingen wat te laten duren.
Deze brief zult u bij Crépet ontvangen. Verscheur hem.

CH.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief