Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, half maart 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, half maart 1860.

 

Hier nog een Fleur du mal.

    Ik wil u er beslist op wijzen dat u even mediteert over de nadelen van uw eetfestijn bij Magny en dat u ervoor waakt de heren Duranty, Boyer, Champfleury - Montégut en D’Aurevilly, - D’Aurevilly en Du Camp, Du Camp en Babou etc. tegenover elkaar op te zetten.

    Vanochtend ontving ik een proefdruk van De Broise. Dat slaat nergens op. Er is helemaal geen eerste lezing geweest, en er zijn regels uit. Bovendien vrees ik dat hij de druk van de vorige in uw afwezigheid gemaakt heeft.

    U zult de heldin uit deze fleur herkennen.

    Gisteren, dinsdagavond, zijn Les Noces van Lohengrin weer begonnen in Casino.

 

Het Decor

Zij had zelfs nog dat geleende uiterlijk

Waarmee zij zorgvuldig haar gezicht had geschilderd en versierd

Om onherstelbare smaad van jaren te herstellen.

Racine.

 

Wanneer ik je langs zie komen, o mijn geliefde lusteloze,

Bij het gezang der instrumenten dat tegen het plafond breekt,

Jouw harmonieuze en trage allure ophangt,

En de verveling van jouw diepe blik rondwandelt,

 

Wanneer ik jouw bleke voorhoofd bekijk

Gekleurd onder de gaslamp, mooier door een morbide bekoring,

Waarop de avondfakkels een aurora aansteken,

En je ogen zo aantrekken als een portret,

 

Dan denk ik: Wat is ze mooi! En zo bizar fris!

De goddelijke herinnering, antieke en trage toer,

De kroon, en haar hart, gekwetst als de perzik,

Is, net als haar lichaam, rijp voor de wijze liefde.

 

Ben jij de herfstvrucht met soevereine smaken?

Ben jij een grafvaas, die wacht op wat gesnik,

Parfum dat doet dromen van oases heel ver weg?

 Strelend oorkussen, of een bloemenmandje?

 

Ik weet dat er ogen bestaan, nog melancholieker,

Die geen diepe geheimen bewaren,

Mooie kistjes zonder juwelen, medaillons zonder relieken,

Leger, dieper dan uzelf, o gij Hemelen!

 

Maar is het niet genoeg dat je slechts schijn bent,

Om een hart te verheugen dat de werkelijkheid ontvlucht?

Wat geeft het, jouw onzin of je onverschilligheid?

Masker of decor, Saluut! Ik adoreer je schoonheid.

  Inhoudsopgave     Volgende brief