Baudelaire, correspondentie. Aan Mme Aupick, Théodore de Banville. Parijs, begin juli 1845.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, begin juli 1845.

 

    Op het moment dat ik me wilde aankleden om naar u te gaan trof ik de deuren op slot met de sleutel twee keer omgedraaid. Het schijnt dat de arts niet wil dat ik me verroer.

    En dus kan ik niet naar u toekomen. Wanneer ik u een brief schrijf, schrijft mijnheer Ancelle me terug en hij verbiedt me u te zien. – Bovendien word ik opgesloten.

    U denkt dus dat mijn lijdensweg een grapje is?
En u heeft de moed me te onthouden van uw aanwezigheid?
Maar ik zeg u ik heb u nodig, dat ik u moet zien, dat ik met u praat.
Maar kom dan hier, kom dan meteen – geen preutse manieren.
Ik ben bij een vrouw, maar ik ben ziek, en ik kan niet weg.

    Er moet toch op zijn minst, indien u niet kan doen wat ik u vraag, iemand me inlichten over wat er mogelijk aan te doen is.
Ik word weggestopt, opgesloten, u antwoordt me niet, als ik u schrijf, men schrijft mij dat ik u niet mag zien, wat betekent dat allemaal?
Ik smeek u, kom dan naar mij, maar wel meteen, meteen – geen geschreeuw.

Charles.

Mevrouw Duval, rue de la Femme-sans-Tête, 6.

P.S. – Ik verzeker u dat als u niet komt, dat dan alleen nog maar meer ongelukken kan veroorzaken.

Ik wil dat u alleen komt.

AAN THÉODORE DE BANVILLE.
Parijs, 6 juli 1845.

 

     Dit  bewijst dat ik aan u denk.
– Wees daarentegen wel zo moedig om me meteen een brief terug te schrijven, en een beetje uitgebreid. Als u dat kunt, dat zal me wat afleiden – speel niet met mijn publieke toorts  - dat wil zeggen laat ze aan niemand zien.
– Vanochtend ontving ik een hoogst vreemde verrassing.
Het was een krant van Abbeville – met een feuilleton over mij – charmant – maar alleen maar goed, beeldig, en buitengewoon komisch – het is overduidelijk van Levavasseur.
Hij woont in de rue de Beaune, maar omdat ik het huisnummer niet weet, kan ik hem niet schrijven.
– Als u hem ziet, wilt u hem dan mijn erkentelijkheid overbrengen.
– Ik heb serieuze redenen om bang te zijn van al die duivels van Privat, probeer hem de mond te snoeren, hij zal begrijpen wat dat betekent.

– De groeten aan Vitu. Bedank Dupont en Senneville die zo goed waren om naar me te vragen.
– En adresseer uw antwoord naar het huis van mevrouw Duval – Femme-sans-Tête 6.

B.D.  1

1  B.D: Baudelaire ondertekende sommige brieven met Baudelaire Dufaÿs, 

de meisjesnaam van zijn moeder Caroline.

  Inhoudsopgave     Volgende brief