Baudelaire, correspondentie, Aan Alphonse Baudelaire, Lyon, 26 februari 1834.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN ALPHONSE BAUDELAIRE  1
Lyon, 26 februari 1834.

12 jaar oud

    Hoe kan ik verantwoording afleggen bij jou? Je lange stilzwijgen bewijst me dat je niet tevreden bent over me. Wel, ik schrijf je om je om vergeving te vragen. Vorig jaar schreef ik je gewoonlijk elke keer wanneer ik goede cijfers had gehaald, maar dit jaar kan ik je niet meer schrijven.
Zo’n slecht excuus zal me nog meer verwijten opleveren.
Maar, zul je zeggen, hij heeft aan het eind van het vorige schooljaar geen prijs gewonnen, en dit jaar gaat hij zijn tijd verdoen? Enfin, ik weet niet meer in welke bochten ik me moet wringen voor het vinden van een excuus voor mijn luiheid om je te schrijven.
Je zult wel heel erg ontstemd zijn. Ik moet je bekennen dat ik daar erg bang van ben, en een broer zou niet bang moeten hoeven zijn voor de boosheid van zijn broer, of liever, hij zou zich niet zo moeten gedragen dat hij hem ontstemd maakt.
Maar, zul je zeggen, wat kan het mij schelen, eigenlijk, dat mijn broer boos is omdat hij me ontevreden heeft gemaakt door me niet te schrijven, als hij na deze brief weer eeuwen gaat wachten met het schrijven van hoogstens een paar zinnen die heel ver uit elkaar staan en in hele grote letters! Wacht even, dan ga ik antwoorden op je laatste beschuldigingen.

    Omdat ik het plan heb om op te staan uit de verdoofdheid waarin ik terecht was gekomen, dat ik het plan heb om hard te werken, dat de goede cijfers elkaar zullen opvolgen, en mijn haast je te schrijven om het je te vertellen om je te bewijzen dat ik niet helemaal alle moed verloren ben, noch mijn liefde voor schoolwerk, zal er voor zorgen dat ik je vaker zal gaan schrijven.
Ik ben vrolijk, blij, en ik ontvang geluk van het gevoel van zelftevredenheid, en mijn geluksgevoel levert me veel ideeën op, en omdat ik je alles wat er in mijn hoofd opkomt wil vertellen, zullen mijn brieven daardoor veel langer zijn.
En, omdat alles wat er in mijn hoofd opkomt alleen maar verstandig is, zal ik je alleen maar zinnige dingen schrijven.
Lijken deze zinnen je redelijk, kunnen ze je een beetje bedaren? – Nee, jij bent te schuldig.

    Wel, ik verlies mijn moed niet en ik ga verder. Maar, maar hoe?
Ik wil doorgaan. En waarmee dan?
Ik kan me niet rechtvaardigen. Het is beter hem te kalmeren door onderwerping en fouten toe te geven dan hem heel veel banale redenen te geven.
Wel, ik vraag je om vergeving, ik ben boos en ik zal mijn vriendschapsplichten niet meer verzaken. Gisterenavond heb ik naar mijn ouders geschreven om hen te vertellen dat zij niet moeten wanhopen over mij, en ik heb hen om vergeving gevraagd in mijn brief.

    Ik denk, hoogstwaarschijnlijk, dat ze naar me zullen luisteren, ondanks drie maanden die ik met luiheid heb verdaan, want ik praat met oprechtheid.
Welnu, luister dan ook naar mij, omdat ik oprecht spreek en ik echt boos ben dat ik je ontstemd heb.
Geef me raad in je antwoord, moedig me aan om hard te studeren.
Door hard te leren wen ik mezelf aan goede cijfers, net zoals ik gewend was om niets uit te voeren. Groeten aan mijn zuster, feliciteer Théodore nogmaals met zijn prijzen.

Kom op, veel liefs van mij want ik denk dat je me vergeven hebt.

Je broer Charles.

1  Alphonse Baudelaire, de halfbroer van Charles, was een zoon uit een eerder huwelijk van zijn vader.

  Inhoudsopgave     Volgende brief