Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 1 of 2 september 1859.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

REÇU
[Parijs] 30 augustus 1859.

 

Ontvangen van mijnheer Crépet de somma van:

205 frank, die betaald zullen worden middels het manuscript van Eureka of middels elk ander werk.

CH. Baudelaire.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 1 of 2 september 1859.

 

     Mijnheer de Rode is aangekomen! Zondag (de 4e) zal hij me 400 frank geven.
Ik verwachtte 1000, of in ieder geval een hoeveelheid geld gelijk aan de hoeveelheid werk dat geleverd is.
Ik ga me pedant gedragen, hem 400 frank aan materiaal geven en de rest houden totdat hij geld terugstuurt.
Ik ben het zo zat om steeds maar weer de dupe te zijn.
Gelooftu het, dat ik noch bij de drukker, noch bij Morel het manuscript uit handen kan rukken of de drukproef van de laatste dertig pagina’s van mijn Salon? (Ziet u het gevaar.)

     Om ter zake te komen, ik verwachtte veel meer dan 400. Uw wissel kan dus betaald worden.
Maar ik vraag u toestemming om er 100 van weg te sluizen. Als u dat niet wilt, zal ik die 400 heel dociel naar Pincebourde gaan brengen.

     Op 15 september zal ik u nieuws vertellen over Hostein.
Voor u en voor mij is dat veel belangrijker dan Calonne.

     Moreau WIL 1200 (orderbriefje) en hij vraagt 3 dagen om na te denken.
Wilt u stoppen met de zaak? Ik zou als voorwendsel kunnen zeggen dat u liever wilt wachten en contant wilt betalen.

Antwoord me meteen.

Geheel de uwe.

  Inhoudsopgave     Volgende brief