Het geheugen en de zee. La mémoire et la mer

 

Het geheugen en de zee. La mémoire et la mer. Léo Ferré. Eugène Delacroix, Odilon Redon.Vertaling Vivienne Stringa

 

Het geheugen en de zee

Het geheugen en de zee. La mémoire et la mer. Léo Ferré.  Odilon Redon.Vertaling Vivienne Stringa

Het geheugen en de zee. La mémoire et la mer. Léo Ferré.  Odilon Redon.Vertaling Vivienne Stringa


Het geheugen en de zee. La mémoire et la mer. Léo Ferré.  Odilon Redon.Vertaling Vivienne Stringa


Het getij heb ik in mijn hart
En het komt me weer boven als een teken
Ik sterf aan mijn zusje
Aan mijn kind en aan mijn zwaan
Een boot dat hangt er vanaf hoe
Men hem aanlegt in de haven op het nippertje
Het huilt aan mijn firmament
Lichtjaren en ik laat er achter
Ik ben de fantoom van Jersey
Degene die komt op uitsloofavonden
Om je mist en kussen toe te werpen
En je op te rapen in zijn rijmen
Zoals het schakelnet in juli
Waar de solitaire wolf gloeide
Degene die ik zag glimmen
Aan de vingers van het zand van de aarde

Herinner je de hond uit de zee
Die wij vrijlieten op ons woord
En die schreeuwt in de woestijn
Zeegras van de necropolis
Ik weet zeker dat het leven daar is
Met haar longen van flanel
Wanneer het huilt om die tijden toen
De heel grijze kou die ons roept
Ik herinner me die avonden toen daar
En sprints gewonnen op het schuim
Die kwijl van kortgeschoren paarden
Dicht aan de rotsen die langzaam verteerd worden
Engel van de verloren plezieren
O gerucht van een andere gewoonte
Mijn verlangens sindsdien zijn niet meer
Dan een verdriet van mijn eenzaamheid

En de duivel van de veroverde avonden
Met zijn bleekheden van het te hulp snellen
En de haai van de paradijzen
In het midden nat gemaakt met mos
Kom terug groen meisje van de fjorden
Kom terug viool van violonades
In de haven fanfaren de hoorns
Voor de terugkeer van de kameraden
Zeldzame geur van de zoutgevenden
In het pepervuur van de kloofjes
Toen ik ging al geometriserend
Mijn ziel in de holte van je wond
In de wanorde van je kont
Vastgepakt in de lakens van fijne dageraad
Zag ik nog een glas-in-lood-raam
En jou groen meisje van mijn spleen

De schelpdieren figurerend
Onder de gebroken vloeibare sunlights
Spelen zo hevig castagnetten
Dat het lijkt op vaal Spanje
God van het graniet heb medelijden
Met hun roeping voor versierselen
Als het mes zich komt mengen
In hun castagnetten figuur
En ik zag wat men voorvoelt
Wanneer men de halve gewaarwording voorvoelt
Tussen de luiken van het bloed
En dat de bloedlichaampjes een figuur vormen
Van een blauwe wiskundigheid
In deze zee nooit in doodgetij
Van waaruit ons beetje bij beetje
Dit sterrengeheugen bovenkomt

Dit gerucht dat daarvandaan komt
Onder de vriendenboog waarin ik me verblind
Die handen die me een poeha zijn
Die herkauwende handen die loeien
Dit gerucht volgt me al lang
Als een bedelaar onder de banvloek
Als de schaduw die zijn tijd verdoet
Met het tekenen van mijn theorema
En onder mijn rossige grime
Komt als een slaande deur
Dat gerucht terug dat rechtop
De straat opgaat met dode muziek
Het is afgelopen de zee het is over
Op het strand blaat het zand
Als schapen uit de oneindigheid
Als de herderinnenzee me roept