Correspondentie Baudelaire, aan Nadar. Parijs, dinsdag 17 oktober 1854.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN NADAR
Parijs, dinsdag 17 oktober 1854.

 

Beste Nadar,

    Ik weet niet of het wel waardig is van me om je in je nieuwe leven te storen om met je te praten over ellendige problemen.
De waarheid is, of je me, als je zou kunnen, dan niet in het groot, want ik denk niet dat je dat kunt, - maar kleinschalig – zou willen helpen, en dat je dan een schitterende daad zou doen.
Ah! Grootschalig, dat zou te mooi zijn, maar om je goed op je gemak te brengen, vergeet niet hoe het is om grote sommen geld te moeten vinden -  en dat je dan niet eens geld hebt om ernaar te kunnen zoeken.
– ik weet niet of je nog op dezelfde plek woont, ik zet er in ieder geval hetzelfde adres op.

Alsjeblieft, doe wat je kunt, en neem het me niet kwalijk als ik op een slecht moment aankom.

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief