Correspondentie Baudelaire, aan madame Aupick, Parijs, 1 december 1853, half elf.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, 1 december 1853, half elf.

 

Lieve moeder,

    Ik zou heel erg graag en heel verstandig mijn huur vandaag willen betalen. Gisteren was ik eerst nog vastbesloten om je ten eerste je 70 frank terug te geven, en ten tweede om je deze maand te verlossen van de last van 40 frank.
Maar aan de ene kant weigert mijnheer Ancelle me heel stellig geld en aan de andere kant ben ik vastbesloten om geen geld te vragen aan Le Moniteur voordat mijn eerste nummer uitkomt.

    Dus zou ik vandaag graag willen – als dat niet onmogelijk is, die 40 frank aan vrouw Gély te geven, en ik blijf er hard in geloven dat ik je in een tijdsbestek van twee, drie, vier dagen misschien je jouw 70 frank kan terugsturen.
Dat doe ik met een heel sterke eigenliefde.

    Waarschijnlijk vind je het niet erg belangrijk om te weten waarom ik er zo op sta om vandaag te betalen.
Je hoeft alleen maar te weten dat telkens wanneer een man onthutst is door schulden en zorgen, hij dan beschermd is tegen iedereen door zijn huisbaas, wanneer die tevreden over hem is. En die vrouw heeft net vandaag geld nodig.
Bovendien had ik je niet verteld dat ik een dag of tien ernstig ziek ben geweest. Wel, al die vrouwtjes hebben zich heel goed gedragen en hebben me heel goed verzorgd. Dat was ook wel nodig.
Want je weet dat ik al een lange tijd helemaal alleen ben.

    Tussen al deze problemen heb ik je toch ook nog wat vrolijke dingen te vertellen; 1. en dat is heel erg voor mij, ik kan mijn verzoening met mijn uitgever als volbracht beschouwen. 2. van de ene dag op de andere zul je in Le Moniteur, die jij vast ook krijgt, een serie hele grote stukken gaan zien, en die gaan me deze maand 500 tot 700 frank opleveren! Wat weinig!

Geef niets aan de loopjongen.

    Ik vind het onnodig om 20 stuivers te besteden voor het terugsturen van de kwitantie aan jou. Ik doe hem meteen op de post voor je.

    Over een paar dagen zul je me vrolijker gaan zien, dankzij het geld, en dankzij het literaire gescharrel… Ik ben nog teveel gemelancholieerd om je te vragen naar me toe te komen.

    Serieus gezegd, kan ik je de 3e of de 4e geld terugsturen.

    Het is bijna 11 uur nu. Ik had mevrouw Gély beloofd dat zij haar 40 frank rond het middaguur zou krijgen. Ik rekende op mijnheer Ancelle.

    Houd mijn feuilletons nog maar, ik ga het pakket pas naar mijn uitgever sturen zodra de laatste stukken zijn verschenen.

Veel liefs en bedankt.

Charles.

  Inhoudsopgave     Volgende brief