Correspondentie Baudelaire, aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 30 december 1857.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS.
Parijs, 30 december 1857.

 

Beste vriend,

Ik heb net uw brief van Asselineau gekregen.

    Als u na mijn brief te hebben gelezen nog denkt dat u moet aandringen, stuur mij dan dit orderbriefje weer  terug, dat ik geëndosseerd stuur.

    Een vervloekte imbeciel die me een orderbriefje van 500 frank had gemaakt, dat via mij voor Tenré was, heeft het niet betaald.
  Ik wenste dat Tenré het niet liet vervolgen, en ik ben naar hem toegegaan, en bood hem aan het terug te betalen als hij me niet zou bedreigen. Maar omdat ik daarvoor een beetje teveel tijd vroeg, zei hij: ik zou heel graag, in ruil, een briefje van mijnheer Malassis aannemen, wiens handtekening goed is en voor wie u ongetwijfeld wel werkt.
Ik heb dat natuurlijk geweigerd, eraan toevoegend met een betreurenswaardige oprechtheid dat ik geen welwillendheid van mijnheer Malassis kon vragen omdat ik hem nog niet al mijn beloftes had voldaan.
Er zit dus een dubbel gevaar in (volgens mij) om het briefje aan hem te geven:

1e omdat ik verantwoordelijk ben voor een waardepapier dat nog niet betaald is;

2e omdat ik tegen hem zei dat ik u nog schuldig ben.

    Geef dat briefje dan dus maar aan uw bankier, alsof ik het was die hem vroeg het te disconteren, en stuur het me dan alleen maar terug als het niet anders kan.

    Nee, niet teveel neppen. Ik wil zo snel mogelijk mezelf op te schoenen met u.
In januari zijn de aanvullende artikelen af, en in februari stuurt u de drukproeven naar mijn moeder.
Want ik ga naar haar vluchten over zes weken op zijn laatst. Ik word weer verscheurd door zo’n misantropie die u ooit zo leuk vond.

    Als we elkaar weer zien, dan moeten we praten over onze rekeningen.
Ik had 850 of 750 frank van u gehad (ik herinner me het niet goed meer) , en ik heb u nog maar een uitgave van Les Fleurs du mal gegeven.

Maar dat heeft geen haast.

    Wat les Fleurs betreft, ik heb niets nieuws besloten (ik heb het over Lévy), en mijn geheugen heeft alleen rekening gehouden met de belofte die u me gedaan heeft om uw kladbriefje als niet geschreven te beschouwen, als het nodig mocht zijn.

    U weet trouwens toch dat ik besloten heb me te houden aan het vonnis, en zes nieuwe gedichten te maken die veel mooier zijn dan de zes die eruit gehaald moesten worden.
Maar wanneer komt mijn poëtische voorbestemming weer terug bij me?

De hartelijke groeten aan uw moeder, en vriendschappelijke groeten aan de Broise.

Antwoord me gelijk terug.

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief