Correspondentie Baudelaire, aan Antoine Arondel. Parijs, mei 1854.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN ANTOINE ARONDEL
Parijs, mei 1854.

 

Beste Arondel,

     Indien u mijn prachtige Chinezen wilt zien, dan raad ik u met klem aan om daar vroeg heen te gaan, - want als u het voorgaande drama wilt omzeilen, dan loopt u een groot risico geen plaatsen te krijgen, - want het papier dat ik voor u neerleg is niet meer dan een woordje van de directeur, en dat houdt niet in dat er genummerde plaatsbewijzen worden gereserveerd.

     Ik was volledig vergeten dat ik vandaag en ook morgen bij dezelfde persoon ga eten, het hoofd van het Bestuur van Le Siècle, en u weet of ik het belangrijk vind om hem tot last te zijn.

     Vanavond al ga ik u een brief schrijven, en daarin zal ik u heel duidelijk uitleggen wat ik kan, wat ik wil, - het mogelijke – en het onmogelijke - , en dan moet u mij maar terugschrijven om een afspraak te maken om naar uw Perducet te gaan kijken, - waarover ik koste wat kost moet zegevieren, - met uw hulp.

Uw toegewijde, dat verzeker ik u.

Ch. Baudelaire.

Het is bij de Porte-Sainte-Martin.

  Inhoudsopgave     Volgende brief