Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Brussel, 11 mei 1865

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

  
Vincent van Gogh. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Vertalingen Vivienne Stringa

Vincent van Gogh. 1853–1890.

Zoom

Brussel, donderdagavond 11 mei 1865.

 

Lieve goede moeder van me,

     Ontzettend bedankt voor je brief die ik vanochtend kreeg. Nu ben ik je alweer 200 frank méér schuldig, opgeteld bij de vele sommen geld die ik al van je krijg sinds drieëntwintig jaar . Ik voel heel goed aan hoe moe je van me wordt, en hoe ongeduldig je wel moet zijn om me mijn mooie plannen ten uitvoer te zien brengen, waar ik het steeds maar over heb met je.
Maar ik vrees heel erg dat je mijn plannen niet goed begrijpt.
Ik had zelf enige moeite om je brief van vanochtend te begrijpen.
    Betekent deze brief:
“Regel het maar hoe het je het beste uitkomt.
Bespreek per brief je zaken in Parijs, en kom dan terug naar Honfleur, zodra je kunt?
Ik doe wat ik kan momenteel.”
Of heerst er tussen ons een misverstand?
In dat geval geef ik je een opsomming van de inhoud van mijn twee laatste brieven:

     “Naar Parijs gaan, om er zelf over mijn zaken te gaan praten.
(Hiervoor moet ik een paar inkopen in Brussel gaan doen, en een flinke aanbetaling aan het hotel geven.) - naar Honfleur gaan, om daar een paar stukken op te halen om de eerste drie boeken aan te vullen die ik het eerst wil gaan uitgeven.
Dan weer terug naar Parijs, om, indien mogelijk, onmiddellijk te tekenen. -Jou zoveel mogelijk geld teruggeven, - naar Brussel teruggaan, - tien dagen lang België doorkruisen - en dan uiteindelijk definitief naar Honfleur terugkomen.”

     Die 200 frank,  waarvan ik al meteen 60 frank moest uitgeven (want ik had een aantal onmisbare dingen niet) , waren gelijk al de reden voor een onaangenaam avontuur voor me.
Dat vervloekte vrouwtjesmens van dit hotel, die is halfgestoord, maar ze heeft een goed geheugen, ze wist (via de conciërge waarschijnlijk) dat de postbode van het postkantoor naar boven naar mijn kamer was gegaan.
Zodra ze me zag, haastte ze zich naar me toe.
Ik moest haar wel zeggen dat ik daarnet een bedrag had ontvangen dat ontoereikend was (ik wil namelijk die resterende 140 frank houden voor mijn reis) en ik heb haar toen zonder blikken of blozen verteld dat ik er nog een zou ontvangen, hoewel ik, om de waarheid te zeggen, daar niets van weet, want jij geeft me daar geen duidelijkheid over.

     Ik smeek je om niets obsessiefs te zien in mijn brief.
Ik wil alleen maar duidelijk maken dat je niet begrepen hebt wat ik je heb geschreven, en dat ik het maar vaag en duister vind wat je schrijft.

     Als het zo is dat ik met 140 of met 100 frank naar Parijs moet vluchten, dan zal ik dat doen, maar ik vind het verschrikkelijk vervelend om door te gaan voor een bedrieger of een oplichter.
Ik ken die hersenpannen van al die imbecielen.

     Ik smeek je, huil toch niet, maak je nu niet bezorgd! Dat ik lustelozer, verdoofder, meer ingeslapen ben geworden in een land waar iedereen slaapt, wat is daar nu verbazingwekkend aan?
Dat ik van tijd tot tijd wakker word, en dat ik me van dit schandelijke volk wil verlossen, wat is daar vreemd aan?
Ik weet zeker dat mijn naam niets aan waarde verloren heeft in Parijs.
Dat is het belangrijkste. Veel mensen in Parijs denken dat ik in Parijs ben, zo makkelijk gaan de geruchten, de roddels, de praatjes van het ene land naar het andere over.
Als het er dus van komt dat ik me naar Parijs kan verplaatsen, dan kan ik je wel zweren dat ik niemand zal gaan zien, behalve diegenen die ik absoluut moet zien.

     Ik dank je nogmaals uit de grond van mijn hart: maar alsjeblieft, vertel me of datgene wat ik je gevraagd heb wel of niet door kan gaan.
Des te beter als je niet rekent op een snelle terugbetaling: dan zal ik het plezier hebben om je nog meer te verbazen.

     Voor een vertrek op de 15e, daarvan zul je nu wel begrijpen dat dat nu niet mogelijk is.
- Zelfs als ik alle benodigde faciliteiten zou hebben, dan zou ik nog pas de 18e of de 19e vertrekken.

Heel, heel veel liefs, en nogmaals bedankt.

Charles.

  Gehele correspondentie          Volgende brief