Charles Baudelaire. Brieven aan zijn moeder. Parijs, 15 juli 1844.

Charles Baudelaire 
Brieven aan zijn moeder. Gehele correspondentie

Vincent van Gogh, 1853–1890. Baudelaire. Brieven aan zijn moeder.Vertalingen Vivienne Stringa

Vincent van Gogh, 1853–1890.

Zoom

  

Parijs, zomer 1844.

 

     Ik dank je dat je me een briefje hebt geschreven over mevrouw Mirbel.
Ik ga zo snel mogelijk naar haar toe. Je hoeft me niet te komen bezoeken gedurende zes dagen.
– Vanavond ga ik naar het huis van bewaring van de nationale garde.
– En dan ga ik ervan profiteren om snel aan de slag te gaan met mijn boek over schilderkunst dat wordt verwacht bij La Revue de Paris.
Ik was er heen geweest en toen ben ik zeer goed ontvangen.

     Ik heb de heer Ancelle gezien.
Ik weet zeker dat je helemaal niet zulke grote middelen nodig hebt om je furieuze ongerustheden te kalmeren.

Charles.

Parijs, 15 juli 1844.

 

    Je moet me uit een verschrikkelijke valkuil halen. – Ik zit in het huis van bewaring sinds gisterenochtend.
– Ik dacht dat ik morgen weg mocht – maar ik val onder een nieuwe veroordeling gevolgd door een derde – dat zijn dingen die men je pas vertelt wanneer je eenmaal vastzit.

    Ik moet morgen absoluut vrij worden gelaten. – Ik heb iets heel belangrijks te doen op het platteland. – Zodra ik hier eenmaal uit ben, zal ik mijn zaken gaan regelen met de nationale garde.
– Ik heb dus zojuist een brief gestuurd naar de generaal van het Hoofdkwartier waarin ik schrijf dat ik voor belangrijke zaken, en contractondertekening, geld, etc, dringend bij mijn notaris moet zijn – en dat ik me zou verplichten om zelf de rest van mijn straf een andere keer zou komen uitzitten.
– Nou dat zal een goede indruk maken – als jij dan ook dezelfde leugen komt vertellen, en komt krijsen dat ze mij morgen absoluut nodig hebben.
Nu zend ik je veel liefs en ik wacht op je.
Het Hoofdkwartier van de nationale garde zit op de Place du Carroussel – de generaal heet mijnheer Carbonel.

Charles.

Parijs, 1844.

 

Vergeef me dat ik niet bij je kom vandaag.
– Ik ga dineren met iemand van de Revue.
Morgen bij mevrouw Lenglet, overmorgen bij jou als ik bij mijnheer Ancelle ben geweest.

C.B.

  Gehele correspondentie          Volgende brief