Charles Baudelaire aan Raymond Matigny. Parijs, 22 januari 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN RAYMOND MATIGNY
Parijs, 22 januari 1863.

 

Geachte heer,

    Ik houd me strikt aan wat ik u gezegd  heb: het is goed mogelijk dat de heer Arondel dit jaar terugbetaald wordt, en omdat u het met mij had over april als laatste termijn voor de heer Arondel, stel ik voor om mijn best te doen voor u in april.

    Ik zal dan misschien  niet in Parijs zijn.
Dit maakt geen verschil, u kunt dan naar de heer Ancelle gaan, avenue de la Révolte, nummer 11.

    U heeft het over aanbetalingen.
Ik houd niet van aanbetalingen. Het enthousiasme dat men daarmee toont, maakt
de schuldeiser steeds veeleisender, omdat hij denkt dat het systeem van in stukjes breken wat zachter is.

Met de meeste hoogachting,

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief