Charles Baudelaire aan Mme Aupick. Parijs, donderdag 30 mei 1861.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN MADAME AUPICK
Parijs, donderdag 30 mei 1861.

 

Lieve moeder,

    Morgen, vrijdag, krijg je op de dag je 500 frank via de spoorwegen.
Als je wilt, geef dan een paar stuivers aan de postbode, wat betreft de port, die is betaald.

    Vanochtend heb ik pas vernomen dat de dienbladen niet gefrankeerd waren.
Ik vraag je om vergeving daarvoor.

    Heb je een brief van mij ontvangen die lang was, en met nogal veel gekrabbel waarin ik op drie brieven tegelijk van jou antwoordde? Als bijzonderheid herinner ik me dat daarin sprake was van die dienbladen.

    Omdat die armoedige snuisterijen, waarvan ik dacht dat ik ze goed had uitgekozen, je niet bijster zijn bevallen, stuur ik je nu maar heel gewoon wat thee. Ik weet tenminste nu zeker dat ik het wel goed doe.

Veel liefs, en tot gauw.

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief