Charles Baudelaire aan Alphonse de Calonne. Eind 1863 of begin 1864.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN MIJNHEER DE CALONNE
Eind 1863 of begin 1864.

 

     Geachte heer, toen ik de kerk uitkwam, vond ik deze curiositeit bij mij thuis, en naar men zegt is deze uit een album gehaald.

     Hoewel het hier gaat om jeugdgedichten, vind ik ze niet eens echt slecht.
Indien u deze zou willen drukken, zet de datum er dan bij.

Uw toegewijde,

Charles Baudelaire.

In de tijd dat ik mijn eerste uitgave publiceerde, heb ik massa’s gedichten vernietigd waarvan er enkele uit 1837 waren, en die ben ik vergeten.

  Inhoudsopgave     Volgende brief