Charles Baudelaire aan Jacques Babinet. Parijs, 6 oktober 1863.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN JACQUES BABINET
Parijs, 6 oktober 1863.

 

Geachte heer,

    Ik zou u zeer erkentelijk zijn, indien u aan mij zou denken.

    Ik moet een grote affaire met Michel afhandelen, echter hij wil het niet afhandelen voordat hij het voorwoord van Eureka heeft enerzijds, en anderzijds enkel pagina’s  van mij die nog ontbreken voor zijn vijfde deel.

    Ik heb het vreselijk druk.
Wees er zeker van dat ik anders vaker naar u toe zou komen.

    Zou u zo vriendelijk willen zijn om me te schrijven wat u van het boek vindt, - of u het voorwoord doet , hoe groot het zou worden, en wat u er voor vraagt.

Mijnheer, gelooft u mij als ik u zeg dat ik de volledige waarde apprecieer van de gunst die u mij verleent, en dat ik dit nooit zal vergeten.

CH. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief