Charles Baudelaire aan Eugène Crépet. Parijs, 9 september 1862.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN EUGÈNE CRÉPET
Parijs, 9 september 1862.

 

Beste Crépet,

     Uw waardevolle brief kwam te laat. Ik bedoel dat ik het vierde deel van de Poètes français heb.
Ik heb hem betaald, natuurlijk.
Ik zal de rekening net zo zorgvuldig bewaren als uw brief.

     Wat uw boeken betreft, hetgeen u reclameert is heel terecht, het was nogal kinderlijk om zo’n autoritaire vorm aan te nemen.
Ik heb alleen maar een exacte herinnering van de Contemplations en van La Légende des siècles, uit angst me te vergissen, zal ik alles opeisen wat er te vinden is over Hugo bij mij thuis.

Charles Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief