Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 30 augustus 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, donderdag 30 augustus 1860.

 

    Ik heb alle onuitgegeven delen, uitgezonderd:
het VOORWOORD, DANSE MACABRE, SONNETS D'AUTOMNE, CHANT D’AUTOMNE in la CONTEMPORAINE, dus makkelijk te vinden. DUELLUM (in L’Artiste) en D’APRÈS MORTIMER en PAYSAGE PARISIEN (in Le Présent, dus heel moeilijk te vinden, of het moet in Honfleur zijn).
Maar toch ga ik eerst een brief schrijven naar Paul Perret en aan Melvil-Bloncourt, die daarin schrijven, geloof ik.

    Moet ik mijn pakje nu hier houden om het aan de drukker af te leveren, of  moet ik het u opsturen?

Uw toegewijde,

C.B.

Uw brief van vanochtend heeft me diep getroffen.
Uiteraard is dat niet vanwege uw eeuwige aanbevelingen voor de 15e oktober, maar vanwege uw slechte humeur en uw ontmoedigingen.
Ik begrijp niets van de financiën, maar ik kan u opnieuw bevestigen dat op het morele vlak uw situatie heel goed is.
Er hoeft alleen maar heel hard aan de ketting getrokken te worden om deze onder alle omstandigheden uitmuntend te krijgen.

Als u het pakje zelf op orde wilt maken, dan moet ik u mijn onuitgegeven stukken sturen.

Het nummer van Le Présent dat ik zoek bevat: Paysage parisien, D’après Mortimer, La Rançon, Hymne, en misschien nog iets anders. Ik kreeg een ingeving dat u dat nummer misschien had.

  Inhoudsopgave     Volgende brief