Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 27 augustus 1861.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 27 augustus 1861.

 

Beste vriend,

     Hoewel de door Mendès voorspelde verandering heeft plaatsgevonden, en hoewel hij alle achterstallige gelden betaald heeft, vrees ik en acht ik het onverstandig om op die 500 frank die hij me beloofd heeft te wachten tot het laatste moment.

     Ik denk dat het verstandig zou zijn als ik morgen met één (300) of twee wissels (200, 300) van u naar Tenré, Gélis en Schwartz ga.

     Ik krijg half september nog een restant van 1000 frank van mijn chef.
Dan kan ik dus (indien ik Mendès misloop) u het geld voor de wissel van tevoren al geven.
Ik dacht dat het exacte bedrag 480 is.

     Ik moet vandaag wel thuis blijven de hele dag. Om drie uur Cladel, en om zeven uur komt iemand anders mij ophalen.
Dus dan kom ik morgenochtend vroeg bij u langs. Dan breng ik de Gabalis mee.

     Heeft u afgehaakt bij de derde van de Fleurs?

Geheel tot uw dienst,

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief