Charles Baudelaire aan Auguste Poulet-Malassis. Parijs, 21 juli 1860.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AUGUSTE POULET-MALASSIS
Parijs, 21 juli 1860.

 

Best vriend,

    Ik kom zondag de 29e  bij u. Ik lees in een van uw brieven dat u misschien zondag de 29e vertrekt.
Ik kan u echt niet eerder bezoeken.
Maar ik dacht wel omdat wij elkaar zo weinig zien, dat u heus uw vertrek zou kunnen uitstellen tot de 31e.

    We zullen het over Les Fleurs en de rest hebben, en ik zal al uw zorgen beantwoorden.
Ik heb een aantal overtuigingen en één daarvan is dat ik verwacht dat alles goed zal komen deze winter, als gevolg van een explosie van bedrevenheid van mijn kant.

    Ik zal er tegelijkertijd voor zorgen dat Duranty zijn 1500 frank krijgt, omdat ik immers de 31e in Parijs ben.
Zijn boek is opmerkelijk. Ik was stomverbaasd. Wat had hij nu zo nodig van baas Champfleury voor zijn zaken?

Uw toegewijde,

C.B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief