Charles Baudelaire aan Aimé Blaisot. Parijs, 6 augustus 1861.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Tweede deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

 

AAN AIMÉ BLAISOT
Parijs, 6 augustus 1861.

 

Geachte heer,

    Ik voel mij oneindig gevleid over de prijs die La Revue européenne bereid is mij uit te betalen voor mijn manuscripten.
Ik zal u over twee dagen zelf de Constantin Guys komen overhandigen, die ik voor de vierde keer herlezen en herbewerkt heb.

    Maar mocht het toevallig zo zijn dat dit werk niet van dien aard zou zijn de behoeften van la Revue tevreden te kunnen stellen, weet dan dat ik mij tot plicht zal stellen het voorschot dat ik ontvangen heb zal terugstorten.
Dat is een bagatel.

Hoogachtend,

Ch. Baudelaire.

  Inhoudsopgave     Volgende brief