Baudelaire, correspondentie, zijn jeugd. Aan A. Baudelaire. Lyon, 30 december 1832.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd

Vertalingen Vivienne Stringa.

Aan Alphonse Baudelaire
Lyon, 30 december 1832.

11 jaar oud

Beste broer,

    Aangezien ik van jou mag schrijven wat ik wil, zal ik je vertellen dat er een mooi boekwerk is waar je uit mag kiezen, want je kent mijn smaak.
Ik hou nogal van de romantiek en geschiedenis in het genre van les Contes de Jacob á ses petits-enfants, een boek dat je mij ooit hebt gegeven, dat herinner je je nog wel.

    Niettemin moet je toch erkennen dat je wel een sufferd bent hoor, want ik schreef je dat je me je huisnummer moest schrijven. En je bent ook wel heftig, dat je rekent op mijn intelligentie voor geldzaken.
Maar daar begrijp ik niets van en mama zal je zelf daarop antwoorden.

    Ik beeld me in dat je je in een hevige beroering bevindt.
Ik zie je al voor me op een stoel klimmen, spijkers timmeren, spijkers uittrekken, eindelijk baas in je eigen huis en misschien bemoei je je ook wel met de keuken.

    De groeten van papa en mama. Veel liefs voor jou, mijn zus, Théodore, en een gelukkig Nieuwjaar voor de hele familie, en voor jou een goede jacht en rustige dagen in Fontainebleau.
Adieu, ik hoor het kwart voor slaan en ik ken alleen maar mijn Griekse stammen.

Je Carlos.

  Inhoudsopgave     Volgende brief