Baudelaire, correspondentie, aan Mme Aupick. Parijs, vrijdag 19 oktober 1838.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, vrijdag 19 oktober 1838.

17 jaar oud

Lieve moeder,

    Ik mag zondag weg, dat is zeker: ik heb het gevraagd. Je weet dat het om half negen is, net als vorig jaar. Ik ben benieuwd hoe je het er vanaf gebracht hebt met je pakket wasgoed.
Ik had bijna wroeging dat ik het je had mee laten nemen.
Ik ben verheugd over al mijn leraren. Alles gaat goed.
Maar voor de studiemeester is het een heel ander verhaal: ik heb een hekel aan hem, net als iedereen: zo gaan wij elkaar overmorgen zien.

    Veel liefs voor papa van mij. Ik denk dat het goed gaat met zijn knie.
Nou, ik hoop dat dit nu een goed geschreven brief is.

Charles.

  Inhoudsopgave     Volgende brief