Baudelaire, correspondentie. Aan mme Aupick.Parijs, eind maart of begin april 1842.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, eind maart of begin april 1842.

 

     Ik kom net bij Mijnheer Place vandaan. Ik heb het huis voor 225 gekregen – en ik neem het want er is niets anders, en omdat ik de eenzaamheidswoede heb.
Schrik niet van de prijs.
Als ik niet genoeg heb om van te leven heb ik het ferme voornemen – bij gebrek aan literair werk – om mijn voormalige leraren te vragen om me lesuren te geven om de leegte in mijn beurs op te vullen.

     Als de eigenaar bij jou komt voor inlichtingen over mij, dan smeek ik je, ga me dan niet op een onhandige manier een poets bakken.

     Later krijg ik misschien nog een korting – alsjeblieft, laat die acajoutafel schoonmaken en laat het nachtkastje repareren – stuur die oude matrassen met de lakens en een deken – naar Quai de Béthune 10  - zorg ervoor dat mijn broer zo snel mogelijk komt.

Door die belachelijke domheid die ik gisteren heb begaan heb ik een slechte nacht gehad. – Dat netjes lopen iets moeilijks is?

AAN MADAME AUPICK
Begin van de tweede helft van april 1842.

 

     Ik geloof dat ik echt ontsnapt ben aan dienstplicht. – Ze hebben niet alle personen opgeroepen die op het Stadhuis moesten komen. – Ik ben niet met Jean-Jacques bij je komen eten omdat ik tot 6 uur in Neuilly ben gebleven.

     Ik heb iets goedkoops gevonden wat me heel mooi lijkt – en ik wil op zijn minst een keer het plezier kennen om moeder een cadeau te geven – je kunt er een toilet of een schoorsteenmantel mee aankleden.
Er hoeft niet veel aan gerepareerd te worden.

Heel veel tederheid en liefs.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, ongeveer 20 april 1842.

 

    Hierbij stuur ik je wat ik je beloofd heb. Hoewel het mooi is, raad ik je aan om het zo te laten, en er geen lijst om te laten doen.

Veel liefs.

C. B.

  Inhoudsopgave     Volgende brief