Baudelaire, correspondentie. Aan Madame Aupick. Parijs, zondag 5 december 1847

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, zondag 5 december 1847.

 

    Ik dank u heel hartelijk. Nog nooit was een zending zo op tijd. Weet dat ik heel goed de prijs van dit geld weet.
Uw brief deed mij niet minder pijn, en daar ben ik zeker van, dan de mijne u wellicht heeft gedaan.
Dit weet ik allemaal, en ik heb alles geraden. Maar ik hoop dat ik u op een dag alles kan terugbetalen.
Denk niet dat ik daarmee uitsluitend en grofweg geld bedoel, ik wil u beter terugbetalen dan uw geld.
– Als u mij gaarne terug wilt schrijven, zoals u mij liet doorschemeren, mijn adres weet u misschien niet, dat is rue de Baylone 36. – Wat u mij stuurt zal voldoende zijn, -  dat moet wel.
Ik begrijp de waarde van dit bedrag, en ik moet daar gebruik van weten te maken.

Charles Baudelaire Dufaÿs.  1

Geef mijn adres aan niemand.

1  B.D: Baudelaire ondertekende sommige brieven met Baudelaire Dufaÿs, de meisjesnaam van zijn moeder Caroline.

  Inhoudsopgave     Volgende brief