Baudelaire, correspondentie. Aan madame Aupick. Parijs, januari-maart1844.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
eerste deel volwassen periode

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN MADAME AUPICK
Parijs, januari 1844.

 

Lieve moeder,

    Ik ben afschuwelijk bang onverdraaglijk te zijn, maar ik denk aan mijn 30 frank. – Hoe sneller dat komt, hoe meer ik opgelucht zal zijn.
– Ik heb dus wel werk te doen maar het is dom en treurig betaald.

C.B.

ORDERBRIEFJE
Parijs, januari of februari 1844.

 

    Op 1 maart aanstaande, zal ik aan mijnheer Cousinet of aan zijn waarnemer de somma betalen van honderdnegentig frank, waarde ontvangen in koopwaar.

C. Baudelaire

Bon voor 190 frank.

ORDERBRIEFJE
Parijs, 3 maart 1844.

 

    Hierbij bied ik je mijn oprechte excuses aan dat ik niet bij je thuis ben gekomen. De maand telde 29 dagen, wat mijn rekeningen in de war gemaakt heeft, en de wissel kwam pas de 29e.
– Bovendien ben ik druk bezig mijn artikel in zijn geheel weer grondig te herzien.
De rit is zo lang, dat wanneer ik uit mijn huis weg ben, ik de moed niet meer heb om terug te gaan, en dan is de dag verloren; wanneer ik thuisblijf, dan moet ik toch ergens mee bezig zijn.

    Bovendien – en dit is een gevoel waar je helemaal niet blij om zult zijn – weet ik niet hoe ik je het trieste en gewelddadige effect moet omschrijven dat dit grote kille en lege huis op me heeft, waar ik niemand ken behalve mijn moeder.

    Ik ga er alleen maar heel voorzichtig naar binnen, en ik ga er maar heel heimelijk weer uit.
 Dat is onverdraaglijk geworden. Vergeef me een beetje, en laat me maar in mijn eenzaamheid, totdat daar een boek uitkomt.

    Ik heb mijn 425 frank nodig. Daarbij geloof ik, dat je me volgens de voorwaarden die je me hebt gesteld geld moet sturen voor de uitgaven van maart.

    Ik vind dat je uiting hebt gegeven van een povere smaak door een vriend of een vermomde huisbediende naar een restaurant hebt gestuurd om hen aan te raden mij geen lange kredieten te verstrekken. Bespaar me deze betutteling, zoals je me de kleine ijdelheid hebt gelaten om zelf te mogen betalen.
En trouwens, waarom eigenlijk?
Ik wil immers niet vaak mijn huis uitgaan, en mezelf geen nieuwe problemen geven.

Als me iets gelukkigs overkomt, dan zal ik het je direct vertellen.

C.B.

Stuur me al mijn papieren terug.

  Inhoudsopgave     Volgende brief