Baudelaire, correspondentie, aan generaal Aupick. Parijs, 13 augustus 1839.

Charles Baudelaire
CORRESPONDENTIE
Zijn jeugd

Vertalingen Vivienne Stringa.

AAN GENERAAL AUPICK
Parijs, 13 augustus 1839.

18 jaar oud

    Ik kreeg net goed nieuws en ik heb ook een goed nieuwtje te melden. Vanochtend las ik jouw benoeming in Le Moniteur, en ik ben baccalaureus sinds gisteravond 4 uur. Mijn examen was vrij middelmatig, behalve Latijn en Grieks – zeer goed – dat heeft me gered.

    Ik ben heel blij met je benoeming – van zoon tot vader, dat zijn toch geen banale gelukwensen zoals al die anderen die je zult krijgen.
Ik ben blij omdat ik je vaak genoeg gezien heb om te weten hoezeer jij daar recht op had;  het lijkt of ik de volwassen man speel, en je feliciteer alsof ik je gelijke was of je meerdere.
Dus om het simpel te houden, weet dat ik heel blij ben.

    Ik heb jullie een paar dagen niet geschreven vanwege mijn examen. Ik had het eerst uitgesteld tot 20 augustus, en toen kreeg ik haast om het af te hebben, en gelukkig maar, daardoor had ik het een paar dagen lang vrij druk.

    Wat moet ik nu doen? Ik zit nu best in grote problemen. Ik kan niets doen, en ik kan niet zomaar van verblijf veranderen, en je schrijft me niets. Mijnheer Charles Lasègue wil overmorgen weggaan – als hij er niet is, en zijn familie bijna altijd afwezig, is het denk ik niet echt beleefd om te blijven, en mijnheer Lasègue heeft me laten doorschemeren dat hij het niet eens aan zijn familie zou durven vragen. Hij wil van jou zo snel mogelijk antwoord.
Moet ik terug naar het hotel en in het geval dat ik er naar terugga, moet ik dan doorgaan met eten in mijn pensionaat? Ik heb twee maanden betaald - van 5 juni tot 5 augustus. Als ik eruit ga, moet ik een supplement betalen.
Maar ik zou toch wel graag een brief van jullie krijgen.
Men vraagt hier naar jullie, en ik weet dan niet wat ik moet zeggen. Alsjeblieft, schrijf me terug, je had me een brief na elke brief beloofd, dan ben je me dat nu dus schuldig.

    Ik ga je benoeming aankondigen aan mevrouw Olivier – veel liefs voor mama. Fanchette zou willen dat ze een schort mocht kopen.
Die heeft ze niet meer.
Wil jij dat tegen mijn moeder zeggen, en, als het mogelijk is, me de toestemming voor haar geven om dat te mogen kopen?

Adieu.         Charles.

P.S. – Vertel me over je been, en geef me een voorraad nieuwtjes voor de mensen die me daar om vragen.

Ik zag laatst bij de portier een massa kaarten die op je wachten als je terugkomt, onder anderen een van mijnheer Lamartine, en nog een andere van een mijnheer die afscheid van je kwam nemen omdat hij naar Bourbonne gaat. Hij is leuk.

  Inhoudsopgave     Volgende brief